Bronnen

Robert Beernink 26 november 2024, 12:08
De Hippocrene, ofwel paardenbron, ontstond toen het gevleugelde paard Pegasus, in opdracht van zeegod Poseidon, de Muzen met een stamp van een hoef tot stilte wilde manen. Deze bekendste bron van dichterlijke inspiratie en vervoering was heilig voor deze godinnen van kunst en wetenschap.
Hier vermengt zich een mythologische gebeurtenis met een echt bestaande bron op de berg Heklion in Midden-Griekenland.

De combinatie fictie en werkelijkheid komt vaker voor in verhalen. Dit brengt het bedachte verhaal voor de lezer die met zo’n locatie bekend is, dichterbij, kan het letterlijk een plek geven. Tegelijkertijd schuilt daarin een niet te veronachtzamen afbreukrisico: de beschrijving van die bestaande omgeving moet overeenkomen met de werkelijkheid. Dat geldt niet minder voor historische gebeurtenissen, hun plaats en datum. Pas ook op voor anachronismen – iets wat niet in de beschreven tijd past.

Gebruikmaken van verifieerbare elementen in fictie vereist naast gedegen onderzoek een hoge mate van accuratesse: weet in plaats van denk te weten! Bij het schrijven van mijn romans was dat ook het geval.

Pad van Kleren’ (2020) speelt voor een deel in een tijd die ik zelf niet heb meegemaakt. Boeken, documentaires, musea en historische plaatsen helpen die kennis vergroten. Om een indruk te krijgen van het leven van alledag in de crisisjaren, de oorlog en tijdens de jaren van wederopbouw, waar je jezelf geen enkele voorstelling van kunt maken, putte ik uit de gedetailleerde herinneringen van mijn moeder (1924 - 2023). De titel ‘Pad van Kleren’ refereert indirect aan een massamoord door de nazi’s in Kiev. Deze is goed gedocumenteerd en er zijn zelfs foto’s van. Deze informatie was waardevol om een fictieve ooggetuige de gruwelijkheden naar waarheid te kunnen laten vertellen.

Kruipruimte’ (2019) is overwegend gesitueerd in een begrensde en fictieve geografische omgeving. Brononderzoek bleef beperkt tot correcte verwijzingen naar plaatsen die bezocht worden, schilderijen in het goede museum hangen en citaten uit de juiste boeken aanhalen.

De grootste uitdaging voor ‘de zAligen’ (2018) was het bedachte concept rond de natuurlijke grondtoon ‘A’, universele harmonie en eeuwig leven, op een logische wijze aan te laten sluiten bij bestaande wetenschappelijke theorieën en onderdelen van de muziekwetenschappen. Die vormen in dit boek de uitgangspunten om vrijuit op door te fantaseren. Wel was belangrijk om tijdens het creatieve proces periodiek na te gaan of de verbinding met die basis nog voldoende sterk was om het resultaat niet te laten ontsporen. Niet te ver, althans.

In mijn nieuwe boek ‘Plagwijk, dorp langs de rand van het land’ wil ik laten zien dat menselijk gedrag op meerdere niveaus en in verschillende situaties, meer overeenkomsten vertoont dan verschillen. Ik probeer dat gedrag, maar ook de gebeurtenissen en situaties, zo ver uit te vergroten dat het op de lachspieren werkt, in dit geval door ironie en satire. Hiervoor is van belang dat de actoren dicht genoeg bij de lezer staan, moeten voldoende herkenbaar zijn. Mijn bronnen zijn alledaagse zaken en evenementen. Slaat dat door, dan wordt het al snel een abstracte vertelling, overigens ook een zeer aantrekkelijke vorm.

Nog een kort woord over de bronnen van lichtgedichten (light verse). Die kunnen overal opwellen: in gesprekken, radio, tv en andere media. Hoe ontdek je een bron? Goed luisteren en je afvragen: wat zeggen ze daar nu precies?

Laat dan je associatiebrein er maar op los!