De asbus

Harriët Tomassen 21 mei 2024, 13:08
“Ik heb ons mam opgehaald en ze zit in de gordel.” Mijn vriendin Nicolette toont mij een foto met onderschrift op haar telefoon. Ik zie een blauwe tas ingesnoerd op de passagiersstoel van een auto. Haar broer heeft de asbus van hun moeder opgehaald bij een Brabants crematorium. Op mijn vraag wat ze met de as gaan doen, haalt ze haar schouders op: “We weten het nog niet. Waarschijnlijk ergens verstrooien.”
 
De asbus, het is wel een ding. Gevuld met ongeveer drie kilo as want dat is wat een mens achterlaat na een crematie. Voor de ene nabestaande betekent de as niet veel meer, voor een ander is de as het laatste tastbare van de overledene. Of in het geval van de mevrouw die de asbus van haar man bij ons ophaalde, eindelijk de kans om de rollen om te draaien. Bij het overhandigen van de asbus, zette ze de bus met een klap op tafel, omarmde de bus ferm met de woorden: “Zo, en nu ben ik de baas.” In mijn fantasie staat die asbus nog steeds bij haar thuis maar wel achterin een donkere linnenkast. Hij mag er nog net zijn, maar niet prominent aanwezig, zoals zij in haar huwelijkse leven niet aanwezig mocht zijn.
 
In mijn vorige leven, toen ik nog bij de brandweer werkte, kwam ik ooit bij een woningbrand aan waar de familie paniekerig riep dat we vader moesten redden. Na doorvragen bleek het om de urn met daarin de as van hun vader te gaan. Het huis was behoorlijk verwoest maar de asbus op de schouw overleefde de brand.
 
In mijn huidige leven hoor ik veel verhalen over wat mensen met de as(bus) hebben gedaan. Verhalen met een lach, zoals een verstrooiing waarbij de wind de familieleden verraste en opa in hun haren waaide. Ontroerende ontboezemingen, bijvoorbeeld over een asbus die een rondvaarttocht heeft gemaakt omdat dit bij leven aan moeder was beloofd. Door haar plotseling overlijden werd deze belofte alsnog vervuld: “Na het vaartochtje kon ik haar met een goed gevoel meenemen naar huis.”
 
Tijdens een etentje vertelt mijn tafeldame dat ze al weken met haar opa en oma rondrijdt in haar auto. Met de asbussen welteverstaan. Niemand wist meer dat die er nog waren totdat een tante overlijdt en de asbussen bij het uitruimen van het huis werden teruggevonden. Twintig jaar na het cremeren was opnieuw de grote vraag “wat doen we met opa en oma?” Ik denk met haar mee en som alle mogelijkheden op die wij te bieden hebben. Een week later krijg ik een foto van een kratje met 12 kokers waar normaal gesproken bloemenzaad mee wordt gezaaid. Een lachende smiley erbij: “Het zijn nog aardig wat busjes geworden, we gaan er met alle kleinkinderen een dag uit van maken.”
 
En bij deze het antwoord op een veel gestelde vraag of je overal de as mag verstrooien: officieel mag as alleen worden verstrooid op plekken waar de eigenaar van de grond toestemming heeft gegeven.