Gedachten over bloot en dood in de sauna 

Harriët Tomassen 3 januari 2024, 18:39
We zitten buiten in een stomend bubbelbad. Het is een grijze novembermiddag, het buitenterrein van de sauna is versierd met kerstlampjes en het begint te schemeren. Door de stoom heen verschijnt er opeens een man in bedrijfskleding. Hij dompelt een glazen buisje onder in ons bubbelende water. Zonder woorden of een blik naar ons, sjokt hij door naar het zwembad voor een volgend watermonster. Grinnikend zeg ik tegen mijn man: ‘Je zult hier maar werken, de hele dag tussen blote mensen.’ En terwijl ik dit zeg, denk ik meteen, dit zeggen mensen ook over ons werk: je zult maar in een crematorium werken. Zou de man in sauna-bedrijfskleding op verjaardagsfeestjes dezelfde reacties krijgen als wij? En gaat het bij hem dan over bloot in plaats van over dood? 

Als ik mijn gedachte de volgende dag tijdens de lunchpauze op het werk deel, begint collega 1 te lachen: ‘Toen ik nog in het theater werkte, vond iedereen het leuk om over mijn werk te praten. Het leek veel mensen zo boeiend om in het theater te werken. Nu vallen mensen stil en weten vaak niet wat ze moeten zeggen als ze crematorium horen.’
 
De verhalen komen boven de boterhammen los. Collega 2, nog maar net werkzaam bij ons, bekent dat haar man regelmatig aan haar vraagt of ze het niet eng vindt zo de hele dag tussen de dood. Collega 3 krijgt regelmatig de vraag of ze de overledenen allemaal ziet. En wat te denken van de grappen die we vaak horen. ‘Lekker rustig werk, het zal wel stil zijn bij jullie. Geen mopperende klanten.’ Of deze: ‘Als de schoorsteen maar blijft roken.’
 
Wij zijn wel fantastische ambassadeurs om de dood bespreekbaar te maken en mensen te laten nadenken over wat ze willen als ze zelf overlijden. Want ondanks de soms bijzondere reacties van onze omgeving, zijn mensen ook nieuwsgierig en leidt het vaak tot eerlijke en nog niet gevoerde gesprekken. Zo weet collega 2 nu wat de wensen van haar ouders zijn. Dit was - totdat ze bij ons kwam werken - nog nooit onderwerp van gesprek geweest.

Tijdens de lunch concluderen we ook dat we bewuster zijn geworden van hoe kwetsbaar het leven is. Een vierde collega vertelt dat hij in de eerste maanden bij ons veel vaker bij zijn ouders op bezoek ging. ‘Ik zag overledenen voorbij komen met hetzelfde geboortejaar en vond dit confronterend.’

En zo heb ik zelf onlangs mijn wilsverklaring laten vastleggen bij de huisarts. De huisarts vond dat ik nog wat jong was voor een wilsverklaring, maar gezien mijn werkomgeving snapte ze mijn bezoekje wel.
In een crematorium werken is misschien niet de grote binnenkomer op feesten en partijen. Veel mensen willen vast niet met ons ruilen maar voor ons is bijdragen aan een mooi en passend afscheid van een dierbare, werk dat veel voldoening geeft. Laat anderen dus maar flauwe grappen maken en praten; wij weten wel beter, wij hebben prachtig werk!