In het klimaatdebat is de een wat meer gelijk dan de ander
Bij het teruglezen van mijn columns, die ik afgelopen jaar wekelijks voor TKKR schreef, viel meteen op dat het onevenredig vaak ging over boze boeren en hun intimiderende protestacties op snelwegen, viaducten en andere openbare plekken; tot aan de belegering van het provinciale bestuurlijke bolwerk in Zwolle toe. Veelal ging het in die columns dan ook over de begripvolle, sussende toon van verantwoordelijke politici en bestuurders, alsmede het steevast lankmoedige optreden van het bevoegd gezag tegen de ontwrichtende (en vaak ook onwettige) acties van de boerenhordes, opgehitst door Farmers Defence Force-voorman Mark van den Oever.
In een van m’n columns – in juni vorig jaar – refereer ik aan een interview met deze FDF-voorman in De Volkskrant, waarin deze zonder te verblikken of te verblozen het lot van de boeren blijft vergelijken met dat van de Joden in de Tweede Wereldoorlog. Vol trots laat deze Van den Oever optekenen dat hij 500 boze boerenjongens het Provinciehuis in Den Bosch had kunnen laten bestormen. Als ze hem dat hadden gevraagd. Als hij dat had gewild.
Het kostte me weinig moeite om in die column een beangstigende parallel te trekken met de horden, die, onder aanvoering van de stormtroepen van Trump – de Proud Boys -, het Capitool bestormden. De geradicaliseerde FDF-voorman laat er in het VK-interview geen misverstand over bestaan dat hij die boze boerenjongens aan een touwtje heeft. ‘Alles wat ik zeg, is wat zij denken.’ De onuitgesproken subtekst: Als ze hem zouden vragen wat ze moeten doen en hij zou zeggen dat ze het Provinciehuis moeten bestormen, dan zouden ze dat doen…
In mijn column schrijf ik dan: ‘En wat zegt Mark, wiens stem indirect middels de BBB, Forum voor Democratie en de PVV ook doorklinkt in de Tweede Kamer, nu tegen zijn bijna 60.000 aanhangers op Facebook? ‘Mannen zorg dat je je trekker getankt en gepoetst hebt. We klappen er op!’
Lijkt me met terugwerkende kracht een typisch gevalletje van opruiïng, mogelijk zelfs een oproep tot een ontwrichtende c.q. onwettige actie. ’t Kan mij zijn ontgaan, maar er zijn bij mijn weten door justitie of andere vertegenwoordigers van het bevoegd gezag geen stappen ondernomen tegen de militante boerenvoorman.
En dan nu terug naar de actualiteit. Deze week werden met veel vertoon zes klimaatactivisten van Extinction Rebellion van hun bed gelicht, verhoord en in een politiecel gestopt. Waarom? Omdat ze op sociale media hadden opgeroepen tot een demonstratie/wegblokkade op de A12, bij wijze van protest tegen overheidssubsidies voor fossiele brandstoffen. Niet voor niets kozen de activisten voor dit stukje snelweg, want het ligt precies tussen de tijdelijke Tweede Kamer en het ministerie van Klimaat, waarmee het een ‘symbolisch podium voor de strijd tegen de fossiele industrie’ is geworden.
Zonder in juridische haarkloverij te vervallen over wat nu precies opruiend, ontwrichtend of onwettig is, kan iemand mij uitleggen wat het verschil is tussen de oproep van de FDF-voorman en de activisten van Extinction Rebellion? En, in het verlengde van die vraag: Waarom slaat de weegschaal van Vrouwe Justitia in dit soort kwesties zo vaak en zo opzichtig in het nadeel van klimaatactivisten door?
Tot op dit moment heb ik daarop geen enkel bevredigend antwoord gekregen. En dat is zorgelijk. Want als Vrouwe Justitia achter haar blinddoek in sommige gevallen een oogje toeknijpt, dan zou wel eens de indruk kunnen ontstaan dat in ons land het recht van de sterkste geldt. En dat intimidatie loont.
Deze week laaide – aangezwengeld door een peiling van de regionale courant en een agrarisch weekblad – de discussie over de kloof tussen stad en platteland weer op. De uitkomsten van dat onderzoek werden in een artikel op de voorpagina onder de alarmerende kop ‘Boer keert zich van de samenleving af’ al weer gerelativeerd door een hoogleraar Socio-Ecologische Interactie. ‘Burgers en boeren denken over veel dingen ook hetzelfde.’
Als er al sprake is van een kloof, dan denk ik dat er een steeds groter gat gaapt tussen mensen die zich zorgen maken over het klimaat en mensen (onder wie veel boeren en politieke populisten) die het klimaat een zorg zal zijn. Van een overheid en het justitieel apparaat mag je dan verwachten dat beide kampen gelijk worden behandeld. Al was het maar omdat het klimaat een zorg van ons allen is.
In een van m’n columns – in juni vorig jaar – refereer ik aan een interview met deze FDF-voorman in De Volkskrant, waarin deze zonder te verblikken of te verblozen het lot van de boeren blijft vergelijken met dat van de Joden in de Tweede Wereldoorlog. Vol trots laat deze Van den Oever optekenen dat hij 500 boze boerenjongens het Provinciehuis in Den Bosch had kunnen laten bestormen. Als ze hem dat hadden gevraagd. Als hij dat had gewild.
Het kostte me weinig moeite om in die column een beangstigende parallel te trekken met de horden, die, onder aanvoering van de stormtroepen van Trump – de Proud Boys -, het Capitool bestormden. De geradicaliseerde FDF-voorman laat er in het VK-interview geen misverstand over bestaan dat hij die boze boerenjongens aan een touwtje heeft. ‘Alles wat ik zeg, is wat zij denken.’ De onuitgesproken subtekst: Als ze hem zouden vragen wat ze moeten doen en hij zou zeggen dat ze het Provinciehuis moeten bestormen, dan zouden ze dat doen…
In mijn column schrijf ik dan: ‘En wat zegt Mark, wiens stem indirect middels de BBB, Forum voor Democratie en de PVV ook doorklinkt in de Tweede Kamer, nu tegen zijn bijna 60.000 aanhangers op Facebook? ‘Mannen zorg dat je je trekker getankt en gepoetst hebt. We klappen er op!’
Lijkt me met terugwerkende kracht een typisch gevalletje van opruiïng, mogelijk zelfs een oproep tot een ontwrichtende c.q. onwettige actie. ’t Kan mij zijn ontgaan, maar er zijn bij mijn weten door justitie of andere vertegenwoordigers van het bevoegd gezag geen stappen ondernomen tegen de militante boerenvoorman.
En dan nu terug naar de actualiteit. Deze week werden met veel vertoon zes klimaatactivisten van Extinction Rebellion van hun bed gelicht, verhoord en in een politiecel gestopt. Waarom? Omdat ze op sociale media hadden opgeroepen tot een demonstratie/wegblokkade op de A12, bij wijze van protest tegen overheidssubsidies voor fossiele brandstoffen. Niet voor niets kozen de activisten voor dit stukje snelweg, want het ligt precies tussen de tijdelijke Tweede Kamer en het ministerie van Klimaat, waarmee het een ‘symbolisch podium voor de strijd tegen de fossiele industrie’ is geworden.
Zonder in juridische haarkloverij te vervallen over wat nu precies opruiend, ontwrichtend of onwettig is, kan iemand mij uitleggen wat het verschil is tussen de oproep van de FDF-voorman en de activisten van Extinction Rebellion? En, in het verlengde van die vraag: Waarom slaat de weegschaal van Vrouwe Justitia in dit soort kwesties zo vaak en zo opzichtig in het nadeel van klimaatactivisten door?
Tot op dit moment heb ik daarop geen enkel bevredigend antwoord gekregen. En dat is zorgelijk. Want als Vrouwe Justitia achter haar blinddoek in sommige gevallen een oogje toeknijpt, dan zou wel eens de indruk kunnen ontstaan dat in ons land het recht van de sterkste geldt. En dat intimidatie loont.
Deze week laaide – aangezwengeld door een peiling van de regionale courant en een agrarisch weekblad – de discussie over de kloof tussen stad en platteland weer op. De uitkomsten van dat onderzoek werden in een artikel op de voorpagina onder de alarmerende kop ‘Boer keert zich van de samenleving af’ al weer gerelativeerd door een hoogleraar Socio-Ecologische Interactie. ‘Burgers en boeren denken over veel dingen ook hetzelfde.’
Als er al sprake is van een kloof, dan denk ik dat er een steeds groter gat gaapt tussen mensen die zich zorgen maken over het klimaat en mensen (onder wie veel boeren en politieke populisten) die het klimaat een zorg zal zijn. Van een overheid en het justitieel apparaat mag je dan verwachten dat beide kampen gelijk worden behandeld. Al was het maar omdat het klimaat een zorg van ons allen is.