Sfeerbeeld

Robert Beernink 26 november 2024, 12:06
‘Echt jaren negentig,’ antwoordt de websiteontwerper op mijn vraag wat hij van mijn onlinepresentatie vindt.

Ik moet er om lachen. ‘Valt me nog mee.’

‘De allereerste website ooit werd door Tim Berners-Lee in augustus 1991 op internet gezet.’
Waar bemoei ik me ook mee! Iemand die in de tastbare papieren wereld woorden op een aardige manier achter elkaar weet te zetten, is niet per definitie expert op het onvaste digitale terrein. Ieder zijn vak, denk ik en wens dat de tallozen die vandaag aan de dag webpagina’s vullen met taal, kennis van beide in huis hebben of halen.

Op het ontwerpen van een moderne webstek is een variant op een gezegde uit 1958 van toepassing: verbeter je site, begin bij jezelf. Verbeteren betekent hier dat mijn website moet uitstralen waar ik als auteur voor sta. Met andere woorden: waar denken mensen aan als ze mijn naam horen? Wat is, kortgezegd, mijn merkidentiteit?

Wat doe ik? Ik schrijf romans, cursiefjes en light-verse. Waarom doe ik dat? Hoewel stevig geworteld in de regio, kijk ik met veel interesse over stuwwallen heen en tussen heggen en houtwallen door naar de wereld. Karakteristiek aan dit coulisselandschap is, dat achter elke bocht zich een ander decor, een nieuwe coulisse, aan je openbaart.

De natuur presenteert zich hier als een soort toneel. Daar liggen ook mijn schrijfwortels: komische sketches en liedjes voor de dorpsrevue. Ik schreef opeenvolgende scenes in de vorm van korte kluchten waarin menselijke eigenschappen op de korrel worden genomen. Dat werkt het best als het verhaal dicht bij de toeschouwers staat, bekend voorkomt, herkenbaar is. (Dat heb ik empirisch kunnen vaststellen door de intensiteit van de lachsalvo’s auto-otologisch te meten bij de verschillende komische situaties.) De setting is dan ook vaak een boerderij, dorpsplein of café.

Die ervaring heeft me geleerd vanuit het perspectief van publiek te schrijven.
Wat mij, meer algemeen, mateloos boeit is dat het gedrag van mensen, ongeacht het niveau dat ze zichzelf aanmeten en de situaties waarin ze belanden, meer overeenkomsten dan verschillen vertoont. Ik breng graag grote thema’s terug tot microschaal en leg bloot hoe de eenling zich in de massa probeert te handhaven door van kleine olifanten grote muggen te maken.

Tijdens het proces om ‘wat doe je?’ en ‘wie ben je?’ te koppelen, is een motto opgeborreld: ‘auteur van kleine grote verhalen’. Dat is mijn ‘tagline’ voor merkidentiteit, die zich in al mijn uitingen moet manifesteren.

Dus ook mijn website moet zowel qua inhoud als sfeer deze identiteit uitstralen en zo versterken. ‘Serieus, aandacht voor oeuvre maar niet schreeuwerig, geen felle kleuren, stijl en content eerder een understatement dan te nadrukkelijk sales,’ vermeldt de briefing aan de bouwer.

Hoe vertaal je dit naar de afbeeldingen die op de site worden gezet? Hiervoor geldt hetzelfde als voor websiteontwerp: haal er een specialist bij! De fotograaf kwam direct met meerdere ideeën.
In diverse poses voor, achter en tussen boeken opduiken is een passend decor. Ik was echter beducht voor het clichébeeld van de auteur zwelgend tussen hardcovers en paperbacks.

Speurend naar een geschikt alternatief dwaal ik door de tuin van het Rijksmuseum Twenthe. Daar staat het ‘los hoes’, een oude boerderijvorm waarin mensen en dieren de ruimte deelden. In 1936/1937 werd dit gebouw op zijn oorspronkelijke plek, erve Groot Bavel in De Lutte, steen voor steen afgebroken en hier weer opgebouwd.

De aantrekkingskracht van deze stee ligt voor mij in de verankering met het verleden, de kleine wereld waarin mensen op hun eigen manier leefden en werkten, zoals overal elders op de aarde. Er bestaat ook een familiaire band met dit huis. Een oudtante van mijn oma’s kant heeft nog op het erf in De Lutte gewoond, voordat de mensen, achter deze stenen aan, de wijde wereld introkken. Allemaal met wortels in een verleden die nooit loslaten.

Ik ben na omzwervingen door heel Europa en over meerdere continenten weer terug bij de boerderij!