Toeval in Prediker 9:1
Van tijd tot tijd verbaas ik mezelf. Mijn recente leeservaring met de aanschaf van een ‘wetenschapsbijbel’, waarin 60 wetenschappers literaire bijbelhoogstandjes duiden en bespreken, was weer zo’n moment. De auteurs gebruiken de pareltjes van deze Bijbelse geschriften in hun speurtocht naar wetenschappelijke aanknopingspunten.
Het boek gaat over de oerknal, astronomie, archeologie, kosmologie, over de schepping, de geest en ga zo maar door. Dit alles in relatie tot de Bijbel. Al bladerend en lezend werd ik - agnost die ik ben - toch geraakt door het boek. Gijsbert van den Brink (broer van de bekende EO-journalist Tijs van den Brink) heeft, samen met zijn redactie en de auteurs, met Bijbel met bijdragen over geloof, cultuur en wetenschap (2022) een mooi vormgegeven studieboek afgeleverd. Het bezig zijn met zingeving en wetenschap zit blijkbaar goed verankerd in de genen van de familie Van den Brink. Daar lijkt me in principe ook niets mis mee.
Ziekte en dood
De zingevingsvragen behoren tot het vaste repertoire van de mensheid. Ziekte, dood, oorlog brengen mensen uit hun gewone doen. Verhalen zijn daarom nodig om te overleven of soms te leven. De Bijbel bevat verhalen waar mensen in geloven. Mensen laten mij als fysiotherapeut regelmatig gedeelten uit hun dagboek ‘meelezen’. Matig herstel na een ongeluk of geworstel met een aandoening die niet te genezen is, moeten een plek krijgen waardoor mensen ‘op verhaal komen’. Het herstelpandemonium wordt bepaald door diverse actoren die we niet altijd in de hand hebben: de herniamachine in de bandenfabriek waaraan gewerkt wordt, een woning met geluidsoverlast, een slecht contact met collega’s, de onbekendheid van de ziekte, een ziek kind dat maar niet slaapt, ga zo maar door. Ik probeer het persoonlijke herstelverhaal altijd goed te lezen. Ieder contact is weer anders, zoals iedere voetbalwedstrijd zich ook steeds weer anders ontwikkelt.
Toeval
De vragen over hoe de wereld in elkaar zit, steken dus regelmatig de kop op bij ziekte, dood en tegenslag. We hebben daar geen eenduidig antwoord op. Er is geen totaliserend eenheidsverhaal in de gezondheidszorg of in ons leven dat alles overstijgt en verbindt. We moeten leven met contingentie: een moeilijk woord voor toeval, mogelijkheden of potenties. In het voorwoord van de ‘wetenschapsbijbel’ lees ik dat het boek bedoeld is om de kloof tussen het Bijbelse en het hedendaagse wereldbeeld van de 21ste eeuw te duiden en te overbruggen. Het thema ‘toeval’ wordt besproken in Prediker 9:11 en dat Bijbelvers wordt gebruikt om aan te geven dat er dingen zijn die de buiten macht van mens liggen. Wat nog niet betekent dat ze buiten de macht van de door God geschapen en onderhouden wereld liggen, zoals in de ‘wetenschapsbijbel’ wordt gesteld. En nu komt het: op pagina 869 wordt een brug geslagen met de kwantummechanica en de subatomaire wereld. Deze wetenschappelijke natuurkundige theorie stelt dat bepaalde gebeurtenissen, de zogenoemde ‘kwantumsprongen’, toevallig zijn. Dat ze niet gedetermineerd zijn. Maar het zou kunnen, aldus de ‘wetenschapsbijbel’, dat God in zijn beleid over de wereld gebruik kan maken van deze ‘diepe’ toevalsprocessen’, of zelfs de veroorzaker is. Dit is een brug te ver. Hier vliegen Gijsbert van den Brink en de redactie volledig uit de bocht. De wetenschappelijke plank wordt hier misgeslagen.
Binair denken
De behoefte aan ‘eenheid-stichtend-denken’ is diep verankerd in het boek, zoals nog steeds in onze samenleving. Het gaat gepaard met het vertrouwde maar inmiddels vastgeroeste westerse binaire denken met strakke opposities tussen mens en dier, man en vrouw, natuur en cultuur. De zichtbare wereld, met als veroorzaker de onzichtbare God, opleuken met moderne natuurwetenschappelijke theorieën past bij het wensdenken van Gijsbert van den Brink en de redactie. Dit schematisch denken staat al decennialang op losse schroeven. Ik vind dit quasi-religieus en onwetenschappelijk en doet de belijdende gelovigen in de praktijk eerder tekort dan dat ze hier iets mee kunnen. Het gaat volledig voorbij aan nieuwe inzichten over contingentie en complexiteitsdenken die het totaliteitsdenken relativeren.
Maar mijn ervaring staat: het boek is knap geschreven. Hier zit mijn verwarring. Door het lezen van het boek word ik mij des te meer bewust van mijn eigen ‘religieuze’ geseculariseerde zijn. Mijn wereldreligie is voetbal. Een contingent gebeuren en een spel van toevalligheden.
Het boek gaat over de oerknal, astronomie, archeologie, kosmologie, over de schepping, de geest en ga zo maar door. Dit alles in relatie tot de Bijbel. Al bladerend en lezend werd ik - agnost die ik ben - toch geraakt door het boek. Gijsbert van den Brink (broer van de bekende EO-journalist Tijs van den Brink) heeft, samen met zijn redactie en de auteurs, met Bijbel met bijdragen over geloof, cultuur en wetenschap (2022) een mooi vormgegeven studieboek afgeleverd. Het bezig zijn met zingeving en wetenschap zit blijkbaar goed verankerd in de genen van de familie Van den Brink. Daar lijkt me in principe ook niets mis mee.
Ziekte en dood
De zingevingsvragen behoren tot het vaste repertoire van de mensheid. Ziekte, dood, oorlog brengen mensen uit hun gewone doen. Verhalen zijn daarom nodig om te overleven of soms te leven. De Bijbel bevat verhalen waar mensen in geloven. Mensen laten mij als fysiotherapeut regelmatig gedeelten uit hun dagboek ‘meelezen’. Matig herstel na een ongeluk of geworstel met een aandoening die niet te genezen is, moeten een plek krijgen waardoor mensen ‘op verhaal komen’. Het herstelpandemonium wordt bepaald door diverse actoren die we niet altijd in de hand hebben: de herniamachine in de bandenfabriek waaraan gewerkt wordt, een woning met geluidsoverlast, een slecht contact met collega’s, de onbekendheid van de ziekte, een ziek kind dat maar niet slaapt, ga zo maar door. Ik probeer het persoonlijke herstelverhaal altijd goed te lezen. Ieder contact is weer anders, zoals iedere voetbalwedstrijd zich ook steeds weer anders ontwikkelt.
Toeval
De vragen over hoe de wereld in elkaar zit, steken dus regelmatig de kop op bij ziekte, dood en tegenslag. We hebben daar geen eenduidig antwoord op. Er is geen totaliserend eenheidsverhaal in de gezondheidszorg of in ons leven dat alles overstijgt en verbindt. We moeten leven met contingentie: een moeilijk woord voor toeval, mogelijkheden of potenties. In het voorwoord van de ‘wetenschapsbijbel’ lees ik dat het boek bedoeld is om de kloof tussen het Bijbelse en het hedendaagse wereldbeeld van de 21ste eeuw te duiden en te overbruggen. Het thema ‘toeval’ wordt besproken in Prediker 9:11 en dat Bijbelvers wordt gebruikt om aan te geven dat er dingen zijn die de buiten macht van mens liggen. Wat nog niet betekent dat ze buiten de macht van de door God geschapen en onderhouden wereld liggen, zoals in de ‘wetenschapsbijbel’ wordt gesteld. En nu komt het: op pagina 869 wordt een brug geslagen met de kwantummechanica en de subatomaire wereld. Deze wetenschappelijke natuurkundige theorie stelt dat bepaalde gebeurtenissen, de zogenoemde ‘kwantumsprongen’, toevallig zijn. Dat ze niet gedetermineerd zijn. Maar het zou kunnen, aldus de ‘wetenschapsbijbel’, dat God in zijn beleid over de wereld gebruik kan maken van deze ‘diepe’ toevalsprocessen’, of zelfs de veroorzaker is. Dit is een brug te ver. Hier vliegen Gijsbert van den Brink en de redactie volledig uit de bocht. De wetenschappelijke plank wordt hier misgeslagen.
Binair denken
De behoefte aan ‘eenheid-stichtend-denken’ is diep verankerd in het boek, zoals nog steeds in onze samenleving. Het gaat gepaard met het vertrouwde maar inmiddels vastgeroeste westerse binaire denken met strakke opposities tussen mens en dier, man en vrouw, natuur en cultuur. De zichtbare wereld, met als veroorzaker de onzichtbare God, opleuken met moderne natuurwetenschappelijke theorieën past bij het wensdenken van Gijsbert van den Brink en de redactie. Dit schematisch denken staat al decennialang op losse schroeven. Ik vind dit quasi-religieus en onwetenschappelijk en doet de belijdende gelovigen in de praktijk eerder tekort dan dat ze hier iets mee kunnen. Het gaat volledig voorbij aan nieuwe inzichten over contingentie en complexiteitsdenken die het totaliteitsdenken relativeren.
Maar mijn ervaring staat: het boek is knap geschreven. Hier zit mijn verwarring. Door het lezen van het boek word ik mij des te meer bewust van mijn eigen ‘religieuze’ geseculariseerde zijn. Mijn wereldreligie is voetbal. Een contingent gebeuren en een spel van toevalligheden.