Wie verkwanselt de ziel van het platteland?
Meer en meer manifesteert zich de kloof tussen (rand)stad en platteland als een cultuurclash. Terwijl deze week weer eens boze boeren met hun trekkers massaal optrokken naar het bestuurlijke bastion in Zwolle, werd de zelfbenoemde verdedigers van Het Platteland opnieuw een gevoelige slag toegebracht. Vanuit datzelfde provinciale bestuurlijke bastion werd de organisatoren van de paasvuren in Twente namelijk langs ambtelijke weg te verstaan gegeven dat ze voortaan moeten laten berekenen of een boake binnen 4 kilometer van een beschermd natuurgebied niet te veel schadelijke stoffen laat neerslaan.
Zat er aan te komen, denk ik dan als nuchter en trouw volger van alle onvermijdelijke (vaak door rechters afgedwongen) bestuurlijke maatregelen om de stikstofuitstoot fiks te reduceren. Maar dan wordt al snel duidelijk dat de ratio/gezond boerenverstand inmiddels ver te zoeken is in het stikstofdossier. Het gaat al lang niet meer om de vraag hoe we – liefst met medewerking van welwillende boeren - die onvermijdelijke reductie van de stikstofuitstoot bereiken. Nee, als we Caroline van der Plas mogen geloven, staat niet alleen de toekomst van de boeren op het spel, maar dreigt alles wat het platteland platteland maakt te worden weggevaagd. Waarbij platteland dan staat voor waarden als gemeenschapszin, sociale cohesie, omzien naar elkaar, of, zoals we dat in het Nedersaksische taalgebied noemen: noaberschop.
Daarmee is de strijd om het platteland een cultuurstrijd geworden. Met plattelanders in de rol van underdog. Hun klaagzang klinkt ongeveer als volgt: Alles wat wij belangrijk of leuk vinden wordt ons afgepakt. Onze grond, onze bedrijven, onze manier van leven, onze feesten, ons overmatig drankgebruik, onze Zwarte Piet. En dan nu de paasvuren. Het houdt maar niet op, hoe vrömden hun manier van leven, hun cultuur, aan ons proberen op te dringen. Onze plattelandscultuur om zeep proberen te helpen.
De reacties op het mogelijke einde van de eeuwenoude paasvuurtraditie waren in dit licht voorspelbaar. Zo was de beschermvrouwe der plattelanders Caroline er vanzelfsprekend als de kippen bij om op Twitter in ferme bewoordingen stelling te nemen tegen deze nieuwe aanslag op de plattelandscultuur. Volgens de BBB-voorvrouw gaat ‘alles kapot’ door de stikstofreductie-maatregelen ter bescherming van de natuur. ‘Nu gaan ook belangrijke tradities eraan’. Een Overijssels statenlid (ooit Forum voor Democratie, inmiddels Onafhankelijke Conservatieve Liberalen) noemde de reductiemaatregelen voor de paasvuren ‘te gek voor woorden’. En vroeg zich af of nu de carnavalsoptocht het volgende cultuurgoed is dat aan banden wordt gelegd.
Nou, ik kan de geachte provinciale afgevaardigde mededelen dat daar inmiddels van overheidswege een begin mee is gemaakt. En dan doel ik op maatregelen van een aantal Twentse gemeenten ter reductie van het aantal decibels bij de carnavalsoptochten. Een oorverdovende uitwas van de door Caroline c.s. geïdealiseerde plattelandscultuur, de elk jaar – net als de monstrueuze tractoren - groter wordende geluidsboxen op de praalwagens.
Dit soort uitwassen laten zien dat de ooit pastorale plattelandscultuur tegen de grenzen van de groei is aan gelopen. Net als de landbouw. Ooit leefden plattelanders in harmonie met de hun omringende natuur. Doorgeslagen groei van de landbouw ten koste van die natuur heeft de balans verstoord. En dat geldt ook voor uitingen van de plattelandscultuur, ooit onontbeerlijk bindmiddel voor de sociale cohesie. Ik noem de zuipketen, de strijd om het hoogste paasvuur, het carbidschieten. Allemaal, net als de landbouw, gericht op groei. Meer, groter, zatter, harder. Ten koste van alles.
Nu de prijs te hoog blijkt, helpt ’t niet te klagen over de teloorgang van de ziel van het platteland. Die is namelijk al eerder verkocht aan de duivel.
Door plattelanders zelf.
Zat er aan te komen, denk ik dan als nuchter en trouw volger van alle onvermijdelijke (vaak door rechters afgedwongen) bestuurlijke maatregelen om de stikstofuitstoot fiks te reduceren. Maar dan wordt al snel duidelijk dat de ratio/gezond boerenverstand inmiddels ver te zoeken is in het stikstofdossier. Het gaat al lang niet meer om de vraag hoe we – liefst met medewerking van welwillende boeren - die onvermijdelijke reductie van de stikstofuitstoot bereiken. Nee, als we Caroline van der Plas mogen geloven, staat niet alleen de toekomst van de boeren op het spel, maar dreigt alles wat het platteland platteland maakt te worden weggevaagd. Waarbij platteland dan staat voor waarden als gemeenschapszin, sociale cohesie, omzien naar elkaar, of, zoals we dat in het Nedersaksische taalgebied noemen: noaberschop.
Daarmee is de strijd om het platteland een cultuurstrijd geworden. Met plattelanders in de rol van underdog. Hun klaagzang klinkt ongeveer als volgt: Alles wat wij belangrijk of leuk vinden wordt ons afgepakt. Onze grond, onze bedrijven, onze manier van leven, onze feesten, ons overmatig drankgebruik, onze Zwarte Piet. En dan nu de paasvuren. Het houdt maar niet op, hoe vrömden hun manier van leven, hun cultuur, aan ons proberen op te dringen. Onze plattelandscultuur om zeep proberen te helpen.
De reacties op het mogelijke einde van de eeuwenoude paasvuurtraditie waren in dit licht voorspelbaar. Zo was de beschermvrouwe der plattelanders Caroline er vanzelfsprekend als de kippen bij om op Twitter in ferme bewoordingen stelling te nemen tegen deze nieuwe aanslag op de plattelandscultuur. Volgens de BBB-voorvrouw gaat ‘alles kapot’ door de stikstofreductie-maatregelen ter bescherming van de natuur. ‘Nu gaan ook belangrijke tradities eraan’. Een Overijssels statenlid (ooit Forum voor Democratie, inmiddels Onafhankelijke Conservatieve Liberalen) noemde de reductiemaatregelen voor de paasvuren ‘te gek voor woorden’. En vroeg zich af of nu de carnavalsoptocht het volgende cultuurgoed is dat aan banden wordt gelegd.
Nou, ik kan de geachte provinciale afgevaardigde mededelen dat daar inmiddels van overheidswege een begin mee is gemaakt. En dan doel ik op maatregelen van een aantal Twentse gemeenten ter reductie van het aantal decibels bij de carnavalsoptochten. Een oorverdovende uitwas van de door Caroline c.s. geïdealiseerde plattelandscultuur, de elk jaar – net als de monstrueuze tractoren - groter wordende geluidsboxen op de praalwagens.
Dit soort uitwassen laten zien dat de ooit pastorale plattelandscultuur tegen de grenzen van de groei is aan gelopen. Net als de landbouw. Ooit leefden plattelanders in harmonie met de hun omringende natuur. Doorgeslagen groei van de landbouw ten koste van die natuur heeft de balans verstoord. En dat geldt ook voor uitingen van de plattelandscultuur, ooit onontbeerlijk bindmiddel voor de sociale cohesie. Ik noem de zuipketen, de strijd om het hoogste paasvuur, het carbidschieten. Allemaal, net als de landbouw, gericht op groei. Meer, groter, zatter, harder. Ten koste van alles.
Nu de prijs te hoog blijkt, helpt ’t niet te klagen over de teloorgang van de ziel van het platteland. Die is namelijk al eerder verkocht aan de duivel.
Door plattelanders zelf.