Muziek
Arnoud Odding trekt verder na 10 jaar Rijks en Museumfabriek
Arnoud Odding vertrekt per 31 december dit jaar als directeur van Rijksmuseum Twenthe en De Museumfabriek in Enschede. ‘Nu de integratie van het “rijks” en het “stedelijk” is voltooid is het voor mij tijd om verder te gaan’, aldus Arnoud Odding. Tien jaar nadat hij in 2012 begon als directeur van Rijksmuseum Twenthe keert hij terug naar zijn bureau O dubbel d, van waaruit hij strategische adviezen aan musea geeft.
Odding blikt tevreden terug op de afgelopen 10 jaar. ‘Tien jaar lang mocht ik werken in de mooiste musea in de regio waar ik geboren en opgegroeid ben. Ik ben trots op dat wat we de afgelopen jaren met alle medewerkers, vrijwilligers en andere betrokkenen bereikt hebben.’
Stefan Kuks, voorzitter van de raad van toezicht van de beide musea constateert dat beide musea in tien jaar tijd op vele vlakken een enorme ontwikkeling hebben doorgemaakt. ‘De Raad van Toezicht heeft grote waardering voor de wijze waarop Arnoud Odding de beide musea heeft geleid, strategisch verder heeft ontwikkeld en het publieksbereik aanzienlijk heeft vergroot. Daar zijn we hem heel dankbaar voor. We zien Arnoud niet graag gaan, maar begrijpen ook dat hij na tien jaar een volgende stap wil zetten. De sterk op de maatschappij betrokken visie die hij heeft beschreven in het ontwikkelingsplan voor de periode tot en met 2024 blijven we nastreven.’
Rijksmuseum Twenthe
Arnoud Odding vertrekt op een goed moment in de ontwikkeling van de musea en vergrootte de bekendheid van het museum bij een groot publiek. Toen hij tien jaar geleden in Enschede begon trof hij het rijksmuseum in een ernstige crisis aan. De Raad voor Cultuur twijfelde aan het bestaansrecht van het museum en adviseerde de toenmalig staatssecretaris het museum te sluiten. Door snelle ingrepen van directie en raad van toezicht en brede steun van de Twentse samenleving kon dit tij gekeerd worden. In de jaren daarna werden tientallen grotere en kleinere publiekstentoonstellingen van oude, moderne en hedendaagse kunst georganiseerd. Hoogtepunten waren de tentoonstellingen over Rubens, Van Dyck en Jordaens in 2014, Turner in 2015, Gainsborough in 2016, de Italiaanse renaissance in 2017, De Lairesse in 2018, De Naakte Waarheid en Tischbein in 2019 en Artemisia in 2021. Dit najaar staat de eerste grote tentoonstelling in Nederland gepland van het Italiaanse futurisme en volgend voorjaar presenteert het museum de belangrijkste vrouwelijke portretschilder van de Italiaanse renaissance Sofonisba Anguissola met veel werken die nog nooit getoond zijn in Nederland.
In de afgelopen tien jaren is ook de museumcollectie sterk gegroeid. De verzameling oudere en moderne kunst werd verrijkt met tientallen uitzonderlijke werken. En de collectie hedendaagse kunst met vooral experimenteel werk van veelal jonge kunstenaars groeide met enkele honderden werken.
De Museumfabriek
Vanaf 2016 was Arnoud Odding ook directeur van Museum TwentseWelle dat in 2018 de nieuwe naam ‘De Museumfabriek’ kreeg. Dit museum vormde hij om tot een familiemuseum en collectiemuseum met Makerspace en ‘Wunderkammers’ waar de wetenschappelijke, de cultuurhistorische en de natuurhistorische collecties in hun samenhang getoond worden. De Museumfabriek is nu het museum voor wonderlijke wetenschap.
In De Museumfabriek opende de afgelopen maand nog het collectiecentrum van het Twentelab met nieuwe depots, fotostudio en het grootste restauratieatelier van Oost-Nederland. Ook werd de eerste versie van de Atlas van Ooit in gebruik genomen, een innovatief digitaal museum dat gebruik maakt van locatiegegevens om de objecten digitaal terug te brengen naar de plek waar ze vandaan kwamen. De Atlas van Ooit is een digitaal platform waarop meerdere musea in de regio samenwerken.
Binnenste buiten
Met deze en de vele andere projecten in beide musea maakte Odding zijn visie op de rol van musea helder zichtbaar: ‘Het museum van de toekomst is het museum dat zich binnenste buiten keert. Het museum dat de kwesties die mensen bezighouden naar binnen haalt en dat zelf naar buiten reikt om een zo divers mogelijk publiek te bereiken. Het museum van de toekomst is het museum waar iedereen welkom is en waaraan eenieder die dat wil bij kan dragen.’
Odding blikt tevreden terug op de afgelopen 10 jaar. ‘Tien jaar lang mocht ik werken in de mooiste musea in de regio waar ik geboren en opgegroeid ben. Ik ben trots op dat wat we de afgelopen jaren met alle medewerkers, vrijwilligers en andere betrokkenen bereikt hebben.’
Stefan Kuks, voorzitter van de raad van toezicht van de beide musea constateert dat beide musea in tien jaar tijd op vele vlakken een enorme ontwikkeling hebben doorgemaakt. ‘De Raad van Toezicht heeft grote waardering voor de wijze waarop Arnoud Odding de beide musea heeft geleid, strategisch verder heeft ontwikkeld en het publieksbereik aanzienlijk heeft vergroot. Daar zijn we hem heel dankbaar voor. We zien Arnoud niet graag gaan, maar begrijpen ook dat hij na tien jaar een volgende stap wil zetten. De sterk op de maatschappij betrokken visie die hij heeft beschreven in het ontwikkelingsplan voor de periode tot en met 2024 blijven we nastreven.’
Rijksmuseum Twenthe
Arnoud Odding vertrekt op een goed moment in de ontwikkeling van de musea en vergrootte de bekendheid van het museum bij een groot publiek. Toen hij tien jaar geleden in Enschede begon trof hij het rijksmuseum in een ernstige crisis aan. De Raad voor Cultuur twijfelde aan het bestaansrecht van het museum en adviseerde de toenmalig staatssecretaris het museum te sluiten. Door snelle ingrepen van directie en raad van toezicht en brede steun van de Twentse samenleving kon dit tij gekeerd worden. In de jaren daarna werden tientallen grotere en kleinere publiekstentoonstellingen van oude, moderne en hedendaagse kunst georganiseerd. Hoogtepunten waren de tentoonstellingen over Rubens, Van Dyck en Jordaens in 2014, Turner in 2015, Gainsborough in 2016, de Italiaanse renaissance in 2017, De Lairesse in 2018, De Naakte Waarheid en Tischbein in 2019 en Artemisia in 2021. Dit najaar staat de eerste grote tentoonstelling in Nederland gepland van het Italiaanse futurisme en volgend voorjaar presenteert het museum de belangrijkste vrouwelijke portretschilder van de Italiaanse renaissance Sofonisba Anguissola met veel werken die nog nooit getoond zijn in Nederland.
In de afgelopen tien jaren is ook de museumcollectie sterk gegroeid. De verzameling oudere en moderne kunst werd verrijkt met tientallen uitzonderlijke werken. En de collectie hedendaagse kunst met vooral experimenteel werk van veelal jonge kunstenaars groeide met enkele honderden werken.
De Museumfabriek
Vanaf 2016 was Arnoud Odding ook directeur van Museum TwentseWelle dat in 2018 de nieuwe naam ‘De Museumfabriek’ kreeg. Dit museum vormde hij om tot een familiemuseum en collectiemuseum met Makerspace en ‘Wunderkammers’ waar de wetenschappelijke, de cultuurhistorische en de natuurhistorische collecties in hun samenhang getoond worden. De Museumfabriek is nu het museum voor wonderlijke wetenschap.
In De Museumfabriek opende de afgelopen maand nog het collectiecentrum van het Twentelab met nieuwe depots, fotostudio en het grootste restauratieatelier van Oost-Nederland. Ook werd de eerste versie van de Atlas van Ooit in gebruik genomen, een innovatief digitaal museum dat gebruik maakt van locatiegegevens om de objecten digitaal terug te brengen naar de plek waar ze vandaan kwamen. De Atlas van Ooit is een digitaal platform waarop meerdere musea in de regio samenwerken.
Binnenste buiten
Met deze en de vele andere projecten in beide musea maakte Odding zijn visie op de rol van musea helder zichtbaar: ‘Het museum van de toekomst is het museum dat zich binnenste buiten keert. Het museum dat de kwesties die mensen bezighouden naar binnen haalt en dat zelf naar buiten reikt om een zo divers mogelijk publiek te bereiken. Het museum van de toekomst is het museum waar iedereen welkom is en waaraan eenieder die dat wil bij kan dragen.’