Debat
Symposium activistisch sociaal werk biedt stof tot nadenken
Symposium activistisch sociaal werk biedt stof tot nadenken
Verwachtingsvol ging ik naar een symposium over activistisch sociaal werk in Hengelo. In een vrolijke romantische fantasie, zag ik voor me hoe ik me daar kon opgeven voor de workshop barricades bouwen van onder uit de la gestapelde beleidsnotities, een flitscursus megafoontechniek of de techniek van het spandoeken schilderen. Niets was minder waar. Het was een bijeenkomst waarin de belangrijke rol van sociaal werk op buurt- en wijkniveau in preventieve zin nog eens tegen het licht werd gehouden. Maar ook hoe je vanuit je vakbekwaamheid signalen uit je werkpraktijk adresseert, zodat ze een vervolg krijgen in beleidsvorming. Minder spannend dan in mijn fantasie, maar genoeg stof tot nadenken over de uitoefening van ons vak.Discussieleider Directeur Margo Koopman van het ROC van Twente, schetste aan het begin nog eens het belang en nut van sociaal werk. Iedere investering in sociaal werk leidt tot een rendement van 1 naar 1,6. Het beroep zit weer in de lift, maar er is wel een groot gebrek aan stageplaatsen op mbo niveau. Het symposium was georganiseerd als vervolg op een boekpresentatie in coronatijd over de Hengelose verschilmaker Drees Kroes. Een man die de stille maar besliste kracht was en is achter tal van maatschappelijke projecten in Twente, onder van FC Twente Scoren in de wijk. Het symposium moest aandacht vragen voor de belangrijke rol van sociaal werkers ten aanzien van sociale en maatschappelijke verbetering. Was daar een activistische houding bij nodig?
Helpen
Een van de inleiders schetste het beeld dat activistisch een beladen woord was geworden. In de zin dat het ook erg verbonden was aan de roerige jaren zestig en zeventig. Het deed me even afdwalen naar mijn eigen keuzen in het verleden. Ben ik nu sociaal werker geworden om mensen te ondersteunen en op weg te helpen, of via sociaal werk de samenleving te veranderen? Beroepsmatig maakte ik de eerste keuze, hoewel het ene het andere natuurlijk beïnvloedt. Ik koos toentertijd bewust op basis van enige levenservaring, tegen het advies van mijn vrienden in, voor een wat saaiere sociale academie waar je toch vooral vakinhoudelijk in het vak geschoold werd. In plaats van de door hen aangeraden broedplaats De Horst in Driebergen, waar de revolutionaire geest nog door de klaslokalen tochtte. Mijn meer activistische kant kon en kan ik kwijt in de politieke partij waar ik lid van werd. Een combinatie die niet heel bewust ontstond, maar die mij wel leerde, hoe belangrijk het is, dat wat je doet als sociaal werker of sociaal werk organisatie, dat je dat ook deelt met politieke - en bestuurlijke ambtsdragers. En dan heb ik het niet zozeer over lobbyen voor meer subsidie, maar juist ook om draagvlak te creëren voor je plannen en om signalen omgezet te krijgen in beleid.
Handelingsverlegenheid
Het valt me op dat sociaal werkers daar doorgaans slecht in zijn. De inleidster van Movisie, Mariëlle van Pelt, had het over handelingsverlegenheid om je werk en constateringen over het voetlicht te brengen, waar het echter ook een competentie zou moeten zijn van sociaal werk. Jan Willem Bruins van de Beroepsvereniging van Professionals in het Sociaal Werk schetste aan de hand van o.a. uitspraken van belangrijke erflaters van het sociaal werk dat je activisme niet moest verwarren met de vakbekwaamheid van de sociaal werker. Net als bij Mariëlle van Pelt waren ook hierbij de kernwoorden signaleren en agenderen. Maar realiseer je ook goed, dat je wat je agendeert niet altijd in goede aarde valt. Tanja Eekhuis, deelnemer aan het symposium politica in Deventer, vatte het mooi samen: Stap gewoon als onderdeel van je werk vaker op politici af, en deel je ervaringen en signalen. Niets aan toe te voegen.
Manifest
Kortom een interessante bijeenkomst met inspirerende denkstof. De stille kracht achter tal van maatschappelijke projecten in Twente, Drees Kroes (leestip: lees zijn mooie biografie Drees Kroes De man van de assist), is met zijn stichting SSO een manifest aan het voorbereiden om bij de kabinetsformatie het belang om te investeren in sociaal werk naar voren te brengen. Onder zijn motto ‘kansen zien, kansen creëren en kansen benutten’. Zo gaat dat met stille krachten. Rustig, geduldig, vakbekwaam en beslist werken ze toe naar verandering. Ieder steentje in de rivier van het gebruikelijke, doet de stroom immers veranderen.
Marien van Schijndel, sociaal werker samenlevingsopbouw, zelfstandig ondernemer projecten in sociaal domein