TKKR.taal
001 - Tukkertaalrubriek
001 - Tukkertaalrubriek
De Twentse taal, is die nog wel van deze tijd? De Enschedese schrijfster Cato Elderink vroeg zich dat al af in 1921, precies een eeuw geleden, toen zij aan de inleiding van haar bundel Oet ’t laand van aleer begon: Mennigeen zal de kop wal schudden en zeggen: “Nich meer van oonze tied. Wel wil dee sproake nog sprekken, dee deunkes nog heuren!”
Ze had niet voorzien, dat de boekuitgave van haar gedichten een groot succes zou worden, met meerdere drukken, tot in 1983, meer dan veertig jaar na haar levenseinde. Ook niet dat er, na haar ook inhoudelijk goed ontvangen debuut, een stroom van streektaalboeken op gang zou komen. Een stroom die steeds breder werd, vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw. En dat, terwijl het aantal platsprekers door het ontmoedigingsbeleid van overheid en onderwijs juist steeds verder afnam. Of hier sprake is van een oorzakelijk verband, durf ik niet te beweren: doar wi’k of wean.
In het begin van de 21e eeuw lijkt de getalsverhouding platliefhebbers/platsprekers zelfs groter dan ooit te zijn geworden. Dat komt aan de onderkant van de deelsom door de afname van het aantal platsprekers, en aan de bovenkant door een zekere herwaardering van de streektaal. Dit blijkt niet alleen uit de enorme publieke belangstelling voor producties als Van jonge leu en oale groond (2005), Hanna van Hendrik (2019) en De beentjes van Sint Hildegard (2020), maar ook uit het feit dat zulke grote producties er à¼berhaupt zijn gekomen. In de vorige eeuw was zoiets nog onvoorstelbaar. Zeker voor Cato Elderink in 1921. En om nu nà³g een mooi Duits woord te gebruiken: de oude boerentaal van Twente is salonfà¤hig geworden. Net als alle andere streektalen die hun beste tijd hebben gehad.
Anno 2021 nog een Twentse taalrubriek beginnen, is dan ook geen wereldnieuws. Het hoort er gewoon bij. Niet om het Twents aan te prijzen of in een bepaalde richting te willen dirigeren, maar om het ook hier de plek te geven die het toekomt, zo lang als het duurt. In artikeltjes en berichten, verhalen en gedichten, in welke vorm dan ook. Alles in of over het Twents, zo nodig met een Nederlandse vertaling of uitleg.
De kans is groot dat voor de invulling van deze rubriek gebruik gemaakt zal worden van a. een paar kunnigen uit de Platschrieverskreenk van het slapende ‘blad in t plat’ De Nieje Tied, van b. een deel van de duizenden door de Twentse Taalbank verzamelde teksten, en van c. de nodige woordverklaringen uit het Dialexicon Twents. Ongevraagde bijdragen en reacties zijn welkom en worden zorgvuldig gelezen. Of er meer mee wordt gedaan, kan niemand bij voorbaat beloven.
We zullen zien. Met andere woorden: k.w.w.
Goaitsen van der Vliet
Meer TKKR.TAAL op https://www.tkkr.nl/tkkrtaal/