TKKR.taal
012 - Gedicht - Gerrit Roosink: In memoriam
In memoriam
In min gedachtn is mien vaa nen stork ewördn
Goat mear is kiekn in t Opbrook of de Biesterieje
Zelf he'k em zoo t lest in n Mors ezeen
Ik was nog pas n joar of tiene
In min gedachtn is mien vaa n ree ewördn
Ik zag et op De Hoch in late zunne
Hee leup heel heanig n eandke vuur mie oet
Hee keek noar mie gedurig umme
In min gedachtn is mien vaa nen boom ewördn
Hee steet bie onz' Alidus oaver t kanaal
In alle röste dee'r allenig eekn köant hebn
Asof hee met gemak de eeuwigheaid kan haaln
In min gedachtn is mien vaa wier Geest ewördn
Hee zweevt as in de vuurtied wier boavn t water
Ik wete, wis, za'k eenmaal bie em komn
'k Mag hopn: "Now nog nit, toch?" ... Later
In min gedachtn is mien vaa n meansk' ebleevn
Zoo hef hee hier zikzelf eteeknd
Nee, met zuk hoar heb ik em nooit ezeen
't Was wis-en-zekers vuur min tied, he'k oet-ereeknd.
Uit: Gerrit Roosink, Tusken Dinkel en Regge – Gedichen in 't Riessens (2008). Een kopie van deze helaas nooit uitgegeven gedichtenbundel ligt ter inzage in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag (aanvraagnummer 5248430).
Zelfportret: Jan Hendrik Roosink (1902-1982)
Vertaling: In memoriam // In mijn gedachten is mijn pa een ooievaar geworden / Ga maar eens kijken in Het Opbroek of De Biesterij / Zelf heb ik hem zo het laatst in De Mors gezien / Ik was nog maar een jaar of tien // In mijn gedachten is mijn pa een ree geworden / Ik zag hem op De Hoch in late zon / Hij liep heel kalm een eindje voor mij uit / Hij keek voortdurend naar mij om // In mijn gedachten is mijn pa een boom geworden / Hij staat bij onze Alidus, over het kanaal / In alle rust die alleen een eik kan hebben / Alsof hij met gemak de eeuwigheid kan halen // In mijn gedachten is mijn pa weer Geest geworden / Hij zweeft als in de voortijd weer boven het water / Ik weet zeker, als ik nog eens bij hem kom, / Ik hoop: "Nou nog niet, toch?" ... Later // In mijn gedachten is mijn pa een mens gebleven / Zo heeft hij hier zichzelf getekend / Nee, met zulk haar heb ik hem nooit gezien / Dat was geheid voor mijn tijd, zo heb ik berekend.
Dit is een van de tien Twentstalige gedichten die door samensteller Tsead Bruinja werden opgenomen in De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie (2022).
Van Gerrit Roosink is wel uitgegeven het bundeltje Nederlandstalige 'Haiku's van het Hoogeland' (2009). Daaruit is bekend dat hij in 1939 werd geboren in Rijssen, dertig jaar leraar lichamelijke opvoeding was in Kampen, in 1998 verhuisde naar Warffum in de provincie Groningen en pedagogische wetenschappen studeerde aan de RUG.
Vraag aan de lezers
Wie meer weet over deze Gerrit Roosink en diens werk, wordt verzocht contact met mij op te nemen via de redactie van TKKR.
Meer TKKR.TAAL op https://www.tkkr.nl/tkkrtaal/
In min gedachtn is mien vaa nen stork ewördn
Goat mear is kiekn in t Opbrook of de Biesterieje
Zelf he'k em zoo t lest in n Mors ezeen
Ik was nog pas n joar of tiene
In min gedachtn is mien vaa n ree ewördn
Ik zag et op De Hoch in late zunne
Hee leup heel heanig n eandke vuur mie oet
Hee keek noar mie gedurig umme
In min gedachtn is mien vaa nen boom ewördn
Hee steet bie onz' Alidus oaver t kanaal
In alle röste dee'r allenig eekn köant hebn
Asof hee met gemak de eeuwigheaid kan haaln
In min gedachtn is mien vaa wier Geest ewördn
Hee zweevt as in de vuurtied wier boavn t water
Ik wete, wis, za'k eenmaal bie em komn
'k Mag hopn: "Now nog nit, toch?" ... Later
In min gedachtn is mien vaa n meansk' ebleevn
Zoo hef hee hier zikzelf eteeknd
Nee, met zuk hoar heb ik em nooit ezeen
't Was wis-en-zekers vuur min tied, he'k oet-ereeknd.
Uit: Gerrit Roosink, Tusken Dinkel en Regge – Gedichen in 't Riessens (2008). Een kopie van deze helaas nooit uitgegeven gedichtenbundel ligt ter inzage in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag (aanvraagnummer 5248430).
Zelfportret: Jan Hendrik Roosink (1902-1982)
Vertaling: In memoriam // In mijn gedachten is mijn pa een ooievaar geworden / Ga maar eens kijken in Het Opbroek of De Biesterij / Zelf heb ik hem zo het laatst in De Mors gezien / Ik was nog maar een jaar of tien // In mijn gedachten is mijn pa een ree geworden / Ik zag hem op De Hoch in late zon / Hij liep heel kalm een eindje voor mij uit / Hij keek voortdurend naar mij om // In mijn gedachten is mijn pa een boom geworden / Hij staat bij onze Alidus, over het kanaal / In alle rust die alleen een eik kan hebben / Alsof hij met gemak de eeuwigheid kan halen // In mijn gedachten is mijn pa weer Geest geworden / Hij zweeft als in de voortijd weer boven het water / Ik weet zeker, als ik nog eens bij hem kom, / Ik hoop: "Nou nog niet, toch?" ... Later // In mijn gedachten is mijn pa een mens gebleven / Zo heeft hij hier zichzelf getekend / Nee, met zulk haar heb ik hem nooit gezien / Dat was geheid voor mijn tijd, zo heb ik berekend.
Dit is een van de tien Twentstalige gedichten die door samensteller Tsead Bruinja werden opgenomen in De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie (2022).
Van Gerrit Roosink is wel uitgegeven het bundeltje Nederlandstalige 'Haiku's van het Hoogeland' (2009). Daaruit is bekend dat hij in 1939 werd geboren in Rijssen, dertig jaar leraar lichamelijke opvoeding was in Kampen, in 1998 verhuisde naar Warffum in de provincie Groningen en pedagogische wetenschappen studeerde aan de RUG.
Vraag aan de lezers
Wie meer weet over deze Gerrit Roosink en diens werk, wordt verzocht contact met mij op te nemen via de redactie van TKKR.
Meer TKKR.TAAL op https://www.tkkr.nl/tkkrtaal/