René Jager, adviseur organisatie & leiderschap
Bijdrage aan Twents geluk levert meer op dan het kost
Deze week las ik een twijfel (en verdeeldheid?) zaaiend artikel in de Twentse Courant Tubantia over de bijdragen van de Twentse bevolking aan de Twente Board en de inbedding daarvan in ons democratische bestel.
‘Twente Board is een unieke samenwerking tussen Ondernemers, Onderwijsinstellingen en Overheid. Samen hebben we één belang en dat is het versterken van de economie in Twente. Werken aan een groene technologische topregio, waar de mensen die er wonen en leven zich gelukkig voelen’, zo staat op de website van SamenTwente (voorheen Regio Twente) te lezen.
In het genoemde artikel in de krant staat dat elke Tukker hieraan 9 euro bijdraagt. Dat is 2 glazen wijn op een gemiddeld Enschedees terras, maar dit terzijde. Wat ik ook lees, is dat ongeveer de helft van dat geld opgaat aan de activiteiten van de Twente Board zelf. Dit wordt onder meer gebruikt voor lobbycampagnes om nog meer geld voor Twents geluk binnen te halen. Met de bijdrage ter waarde van 30 miljoen door de Twente Board aan de Regiodeal met de overheid kun je zeggen dat dat aardig goed gelukt is. Volgens mij levert het dan meer op dan het kost, maar misschien kan ik niet goed rekenen. Het lijkt een beetje op onze landelijke bijdrage aan Europa. Daarvan heeft ook niemand door dat we meer terugkrijgen dan betalen, omdat het rendement zich heel gespreid manifesteert.
Nu wordt in het artikel een Nijmeegse filosoof geciteerd die, zich baserend op de gang van zaken bij de Eindhovense evenknie van de Twente Board, stelt dat er onvoldoende democratische (lees: ambtelijke) controle is op de uitvoering van de activiteiten van de Twente Board.
Volgens mij is het juist de bedoeling dat een dergelijk samenwerkingsverband van mensen uit het bedrijfsleven, onderwijs en overheid, die werkelijk met de poten in de klei staan, die ambtelijke fuik vermijdt. Zij slagen erin beweging te creëren waar 14 kissebissende Twentse gemeenten alleen maar vertraging opleveren.
In het boek Zo doo’w ‘t, over leiderschap in Twente (2018), heb ik al geschreven over het ‘noaberschap’ tussen Twentse gemeenten. Dat kwam destijds, toen het ging om de bijdrage aan de Twente Board, ook al neer op het volgende: Vooral opletten dat de ander niet meer krijgt dan je zelf en…eigen belangen eerst. Bij veel samenwerkingsverbanden van gemeenten ontstaat er gedoe, doet niet iedereen mee, of is er onvoldoende gemeentegrens overstijgend denken.
Daarom was het juist zo goed om de uitvoering van de economische agenda over te laten aan een partij die wél regionaal kan denken en handelen.
Het argument dat het zich allemaal buiten het democratische bestel afspeelt is maar deels waar. De overheid is deelnemer in de Twente Board en beslist mee, aan de hand van samen vastgestelde criteria, over programma’s, projecten en uitvoering. Bovendien is er controle vanuit de deelnemende gemeenten als stakeholder. En die leggen weer verantwoording af aan de gemeenteraden. Zoals dat m.i. ook gaat met Twente Milieu en het Havenbedrijf.
Als, zoals de filosoof suggereert, een gemeenteraadslid zijn of haar controlerende taak niet goed uitvoert, ligt eerder daar het democratische probleem. En dat zal zich dan ook op andere terreinen wreken, niet alleen als het gaat om de Twente Board.
Ik hoop dat de Twentse gemeenteraden de komende tijd (opnieuw) over hun eigen schaduw heen kunnen stappen en besluiten weer een bijdrage aan de Twente Board te leveren. Niet alleen financieel, maar ook als toezichthouder. Een Initiërende en controlerende rol lijkt me meer dan voldoende. Al het andere leidt alleen maar tot vertraging en stagnatie.
René Jager is adviseur organisatie & leiderschap. Hij woont en werkt sinds september 2021 in Spanje.
‘Twente Board is een unieke samenwerking tussen Ondernemers, Onderwijsinstellingen en Overheid. Samen hebben we één belang en dat is het versterken van de economie in Twente. Werken aan een groene technologische topregio, waar de mensen die er wonen en leven zich gelukkig voelen’, zo staat op de website van SamenTwente (voorheen Regio Twente) te lezen.
In het genoemde artikel in de krant staat dat elke Tukker hieraan 9 euro bijdraagt. Dat is 2 glazen wijn op een gemiddeld Enschedees terras, maar dit terzijde. Wat ik ook lees, is dat ongeveer de helft van dat geld opgaat aan de activiteiten van de Twente Board zelf. Dit wordt onder meer gebruikt voor lobbycampagnes om nog meer geld voor Twents geluk binnen te halen. Met de bijdrage ter waarde van 30 miljoen door de Twente Board aan de Regiodeal met de overheid kun je zeggen dat dat aardig goed gelukt is. Volgens mij levert het dan meer op dan het kost, maar misschien kan ik niet goed rekenen. Het lijkt een beetje op onze landelijke bijdrage aan Europa. Daarvan heeft ook niemand door dat we meer terugkrijgen dan betalen, omdat het rendement zich heel gespreid manifesteert.
Nu wordt in het artikel een Nijmeegse filosoof geciteerd die, zich baserend op de gang van zaken bij de Eindhovense evenknie van de Twente Board, stelt dat er onvoldoende democratische (lees: ambtelijke) controle is op de uitvoering van de activiteiten van de Twente Board.
Volgens mij is het juist de bedoeling dat een dergelijk samenwerkingsverband van mensen uit het bedrijfsleven, onderwijs en overheid, die werkelijk met de poten in de klei staan, die ambtelijke fuik vermijdt. Zij slagen erin beweging te creëren waar 14 kissebissende Twentse gemeenten alleen maar vertraging opleveren.
In het boek Zo doo’w ‘t, over leiderschap in Twente (2018), heb ik al geschreven over het ‘noaberschap’ tussen Twentse gemeenten. Dat kwam destijds, toen het ging om de bijdrage aan de Twente Board, ook al neer op het volgende: Vooral opletten dat de ander niet meer krijgt dan je zelf en…eigen belangen eerst. Bij veel samenwerkingsverbanden van gemeenten ontstaat er gedoe, doet niet iedereen mee, of is er onvoldoende gemeentegrens overstijgend denken.
Daarom was het juist zo goed om de uitvoering van de economische agenda over te laten aan een partij die wél regionaal kan denken en handelen.
Het argument dat het zich allemaal buiten het democratische bestel afspeelt is maar deels waar. De overheid is deelnemer in de Twente Board en beslist mee, aan de hand van samen vastgestelde criteria, over programma’s, projecten en uitvoering. Bovendien is er controle vanuit de deelnemende gemeenten als stakeholder. En die leggen weer verantwoording af aan de gemeenteraden. Zoals dat m.i. ook gaat met Twente Milieu en het Havenbedrijf.
Als, zoals de filosoof suggereert, een gemeenteraadslid zijn of haar controlerende taak niet goed uitvoert, ligt eerder daar het democratische probleem. En dat zal zich dan ook op andere terreinen wreken, niet alleen als het gaat om de Twente Board.
Ik hoop dat de Twentse gemeenteraden de komende tijd (opnieuw) over hun eigen schaduw heen kunnen stappen en besluiten weer een bijdrage aan de Twente Board te leveren. Niet alleen financieel, maar ook als toezichthouder. Een Initiërende en controlerende rol lijkt me meer dan voldoende. Al het andere leidt alleen maar tot vertraging en stagnatie.
René Jager is adviseur organisatie & leiderschap. Hij woont en werkt sinds september 2021 in Spanje.