TukkerTrek
Neutraal Moresnet en een Twentse ministaat
In de serie ‘Twentse Trekken op Bijzondere Plekken’ doet Robert Beernink wekelijks voor TKKR met een kritisch-relativerende knipoog verslag van zijn reizen naar bijzondere plekken met Twentse trekken. Onder het motto: ‘In de Tukkers, hun aard, gewoontes en gebruiken, komt de hele wereld samen.’ Dit is de laatste aflevering van de serie.
Route 32
Königswinter - MORESNET - Twentestad
Twente ligt volgens de eerste regel van ons eigen volkslied tussen de riviertjes Dinkel en Regge. Wellicht heeft tekstdichter J.J. van Deinse de vier coupletten van de streekhymne in 1926 met opzet in het Nederlands geschreven: dat daarover maar geen dispuut of controverse zal ontstaan met de overzijden van die stroompjes! Het is een van de weinige loftuitingen op onze regio met enige allure, die zo expliciet naar buiten zijn gericht. Twentenaren zijn binnenvetters.
Ik ben in Kelmis, Wallonië, België in het voormalige dwergstaatje Neutraal Moresnet. In 1815, na de val van Napoleon, werden de Europese grenzen herzien. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden kon niet met Pruisen tot overeenstemming komen over de opdeling van het gebied rond Kelmis, vanwege de aanwezigheid van de zinkmijn Altenberg/Vieille Montagne, die tot dan toe bij Frankrijk had gehoord. In 1816 werd besloten dat het oostelijk deel naar Pruisen ging, het westelijk deel naar de Nederlanden en dat daartussen een gebied met gedeelde soevereiniteit, een condominium, zou ontstaan: Neutraal Moresnet.
Neutraal Moresnet stond eerst onder gezag van Nederland en Pruisen, na 1830 van België en Pruisen en tot slot van België en Duitsland, waarin Pruisen was opgegaan. Het werd in 1920 door België ingelijfd.
De vorm van Moresnet had iets van een vierzijdige driehoek, met de noordelijkste punt op het, tussen 1830 en 1920, Vierlandenpunt ten zuiden van Vaals. Op de 344 hectare woonden in aanvang 256 mensen, stonden een kerk en zo’n vijftig huizen en er was de zinkmijn gevestigd.
De gevolgen van deze kunstmatige constructie zouden heden ten dage in de bestuurlijke burelen van Twente met enthousiasme worden begroet.
Ik pleit al langer voor maximaal twee gemeenten in onze regio: Twentestad en Twenteland. (Nog liever zie ik er trouwens één: LandStad Twente.) Momenteel bestaan deze gezamenlijk nog uit veertien deelgemeenten, die het onderling niet met elkaar eens zijn over tal van zaken waar eigenbelang in het geding is. Virtueel is daarmee de staat Neutraal Twente al een feit.
Moresnet werd bestuurd via commissarissen van de landen die de gezamenlijke soevereiniteit hadden en de burgemeester van Kelmis was het staatshoofd: de ultieme droombaan van elke Twentse burgemeester. Bovendien mochten de landen het niet met hun legers bezetten. Voor Twente betekent dit dat de invloed van de ontelbare netwerken moet worden ingeperkt tot hun eigen gemeente.
In Moresnet bestond geen eigen administratief hof waardoor de uitspraken van de burgemeester bij geschillen finaal waren. Extra aantrekkelijk en praktisch was dat de burgers stateloos waren en geen stemrecht bezaten: dit biedt kansen voor een glorieuze comeback van het good old boys netwerk.
Financieel was Moresnet zeer gunstig voor het bedrijfsleven: er werd nauwelijks belasting geheven. Het zelf mogen stoken van alcohol en de vrijheid van gokken zou ook het zelfstandig ondernemersklimaat in Twente een impuls kunnen geven. De aanwezigheid van talrijke particuliere laboratoria in delen van onze regio, waar gamma-hydroxyboterzuur wordt vervaardigd en de meer algemeen verspreide thuisplantages voor de verbouw van Cannabis sativa, zijn daar duidelijke aanwijzingen voor. Door het ontbreken van de leerplicht, kunnen kinderen al snel in de voetsporen van hun ouders treden en bijdragen aan een economische boost.
Niet zozeer een bestuurlijke, maar een grote culturele splijtzwam in Twente is de Nedersaksische streektaal en vooral hoe die geschreven moet worden. Meningen daarover verschillen in dezelfde mate als het aantal onderliggende plaatselijke dialecten.
Al voor Moresnet werd opgeheven, kwam het idee om er een Esperantostaat van te maken: een kunstmatige taal in een kunstmatig land. Wat zou het mooi zijn als we een soort Neutraal Twents ontwikkelen, waardoor we in onze eigen plaatselijke tongval kunnen blijven praten, maar het allemaal op dezelfde, uniforme wijze vastleggen voor onszelf, de buren en toekomstige generaties. Zij hebben immers recht om te lezen, maar vooral ook te begrijpen wat ons in onze dagen bezighield.
Laten we beginnen met ons volkslied.
Ik sta aan een voet. Vanuit België stijgt een smal straatje omhoog, de Vaalserberg op. Bij het Drielandenpunt zet ik nog één keer stevig aan en laat me uitvieren.
Tot in Twentestad!
Contact: www.robertbeernink.nl
Route 32
Königswinter - MORESNET - Twentestad
Twente ligt volgens de eerste regel van ons eigen volkslied tussen de riviertjes Dinkel en Regge. Wellicht heeft tekstdichter J.J. van Deinse de vier coupletten van de streekhymne in 1926 met opzet in het Nederlands geschreven: dat daarover maar geen dispuut of controverse zal ontstaan met de overzijden van die stroompjes! Het is een van de weinige loftuitingen op onze regio met enige allure, die zo expliciet naar buiten zijn gericht. Twentenaren zijn binnenvetters.
Ik ben in Kelmis, Wallonië, België in het voormalige dwergstaatje Neutraal Moresnet. In 1815, na de val van Napoleon, werden de Europese grenzen herzien. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden kon niet met Pruisen tot overeenstemming komen over de opdeling van het gebied rond Kelmis, vanwege de aanwezigheid van de zinkmijn Altenberg/Vieille Montagne, die tot dan toe bij Frankrijk had gehoord. In 1816 werd besloten dat het oostelijk deel naar Pruisen ging, het westelijk deel naar de Nederlanden en dat daartussen een gebied met gedeelde soevereiniteit, een condominium, zou ontstaan: Neutraal Moresnet.
Neutraal Moresnet stond eerst onder gezag van Nederland en Pruisen, na 1830 van België en Pruisen en tot slot van België en Duitsland, waarin Pruisen was opgegaan. Het werd in 1920 door België ingelijfd.
De vorm van Moresnet had iets van een vierzijdige driehoek, met de noordelijkste punt op het, tussen 1830 en 1920, Vierlandenpunt ten zuiden van Vaals. Op de 344 hectare woonden in aanvang 256 mensen, stonden een kerk en zo’n vijftig huizen en er was de zinkmijn gevestigd.
De gevolgen van deze kunstmatige constructie zouden heden ten dage in de bestuurlijke burelen van Twente met enthousiasme worden begroet.
Ik pleit al langer voor maximaal twee gemeenten in onze regio: Twentestad en Twenteland. (Nog liever zie ik er trouwens één: LandStad Twente.) Momenteel bestaan deze gezamenlijk nog uit veertien deelgemeenten, die het onderling niet met elkaar eens zijn over tal van zaken waar eigenbelang in het geding is. Virtueel is daarmee de staat Neutraal Twente al een feit.
Moresnet werd bestuurd via commissarissen van de landen die de gezamenlijke soevereiniteit hadden en de burgemeester van Kelmis was het staatshoofd: de ultieme droombaan van elke Twentse burgemeester. Bovendien mochten de landen het niet met hun legers bezetten. Voor Twente betekent dit dat de invloed van de ontelbare netwerken moet worden ingeperkt tot hun eigen gemeente.
In Moresnet bestond geen eigen administratief hof waardoor de uitspraken van de burgemeester bij geschillen finaal waren. Extra aantrekkelijk en praktisch was dat de burgers stateloos waren en geen stemrecht bezaten: dit biedt kansen voor een glorieuze comeback van het good old boys netwerk.
Financieel was Moresnet zeer gunstig voor het bedrijfsleven: er werd nauwelijks belasting geheven. Het zelf mogen stoken van alcohol en de vrijheid van gokken zou ook het zelfstandig ondernemersklimaat in Twente een impuls kunnen geven. De aanwezigheid van talrijke particuliere laboratoria in delen van onze regio, waar gamma-hydroxyboterzuur wordt vervaardigd en de meer algemeen verspreide thuisplantages voor de verbouw van Cannabis sativa, zijn daar duidelijke aanwijzingen voor. Door het ontbreken van de leerplicht, kunnen kinderen al snel in de voetsporen van hun ouders treden en bijdragen aan een economische boost.
Niet zozeer een bestuurlijke, maar een grote culturele splijtzwam in Twente is de Nedersaksische streektaal en vooral hoe die geschreven moet worden. Meningen daarover verschillen in dezelfde mate als het aantal onderliggende plaatselijke dialecten.
Al voor Moresnet werd opgeheven, kwam het idee om er een Esperantostaat van te maken: een kunstmatige taal in een kunstmatig land. Wat zou het mooi zijn als we een soort Neutraal Twents ontwikkelen, waardoor we in onze eigen plaatselijke tongval kunnen blijven praten, maar het allemaal op dezelfde, uniforme wijze vastleggen voor onszelf, de buren en toekomstige generaties. Zij hebben immers recht om te lezen, maar vooral ook te begrijpen wat ons in onze dagen bezighield.
Laten we beginnen met ons volkslied.
Ik sta aan een voet. Vanuit België stijgt een smal straatje omhoog, de Vaalserberg op. Bij het Drielandenpunt zet ik nog één keer stevig aan en laat me uitvieren.
Tot in Twentestad!
Contact: www.robertbeernink.nl