Opinie
Omgang met `Goudschat Hezingen' amateuristisch en beschamend!
Amateuristisch en beschamend! Anders kan ik de presentatie van de goudschat van Hezingen niet kwalificeren. De presentatie van de in Hezingen gevonden gouden en zilveren munten en sieraden in het Rijksmuseum Twenthe is ver onder de maat. Terwijl het in wezen om een archeologische Rembrandt gaat.
De kijker krijgt vrijwel geen informatie over de vondst zowel als de interpretatie daarvan en ook gegevens in relatie met bijzondere individuele voorwerpen ontbreekt. En dat terwijl deze voorwerpen ons onder andere veel vertellen over handelsnetwerken, welstand boeren, sieraden en religieuze opvattingen van de toenmalige bevolking, Dan ben je als museum amateuristisch bezig wanneer je dit achterwege laat.
Gebrek aan kennis
Beschamend zijn naar mijn mening de uitspraken van de directeur dat het `om een vondst van nationaal belang gaat die thuishoort in het Rijksmuseum van Oudheden.' Hier blijkt een gebrek aan kennis. Want in wezen kreeg het museum met de `Goudschat van Hezingen' een `Rembrandt' in de schoot geworpen! Want dat is het archeologische niveau waar het bij deze niet nationaal maar internationaal belangwekkende vondst om gaat! Overal in Noordwest Europa waar in de toekomst sprake is van min of meer gelijkende schat- en offervondsten uit de Merovingische tijd (481-751 na Chr.) zal `Hezingen' worden aangehaald. Maar ook het onderzoek en de interpretatie van `Hezingen' door de RCE en de Universiteit van Amsterdam zijn nog geen afgesloten hoofdstuk en zullen nog jarenlang publicaties opleveren.
De redenering van Arhoud Odding volgend kun je je ook gaan afvragen of die fraaie Monet in het Rijksmuseum dan ook veel meer thuishoort in het Stedelijk Museum in Amsterdam in plaats van Enschede? Arnoud Odding zal dat geen seconde overwegen. Zo had hij naar mijn mening ook om moeten gaan met de `Goudschat van Hezingen'.
Assen
De directeur van het museum in Assen ging in 2014 een stuk alerter te werk in relatie met de vondst van 47 gouden munten (in Hezingen 70 voorwerpen van goud) uit de 6e eeuw na Chr. Het museum kocht de vondst aan en de directeur kwalificeerde de aankoop als: ‘Een van de hoogtepunten in de museumcollectie.’ Van dit bewustzijn valt bij Arnoud Odding niet veel te bespeuren als het gaat om deze even zeldzame 7e eeuwse vondsten. Als voormalig museumdirecteur van Natura Docet in Denekamp en het Airborne Museum in Oosterbeek weet ik maar al te goed hoe belangrijk het is om topstukken in de collectie te hebben. Dit bepaalt zowel je bekendheid bij het publiek als in de wetenschappelijke en de museumwereld. En het vergroot ook de kans om in aanmerking te komen voor projectsubsidies.
Museumfabriek
In wezen hadden de vondsten ook tentoongesteld moeten worden in de Museumfabriek en niet in het Rijksmuseum Twenthe aangezien daar de topstukken uit de archeologische collectie van de Vereniging Oudheidkamer Twente worden gepresenteerd. De `Goudschat van Hezingen' sluit ook mooi aan op de Merovingische vondsten die tijdens een opgraving in 1964 op ongeveer een kilometer afstand van de vindplaats van de `offerschat' zijn gedaan. Deze maken deel uit van de collectie van de Oudheidkamer.
Kortom, in allerlei opzichten is hier sprake van een te betreuren blunder van de kant van het Rijksmuseum/Museumfabriek.
Dick Schlà¼ter,
historicus
Op de foto: De ‘goudschat van Hezingen’ omvat, behalve munten, ook sieraden als oorbellen en hangers. Foto Jan-Willem de Kort/RCE Amersfoort)
De kijker krijgt vrijwel geen informatie over de vondst zowel als de interpretatie daarvan en ook gegevens in relatie met bijzondere individuele voorwerpen ontbreekt. En dat terwijl deze voorwerpen ons onder andere veel vertellen over handelsnetwerken, welstand boeren, sieraden en religieuze opvattingen van de toenmalige bevolking, Dan ben je als museum amateuristisch bezig wanneer je dit achterwege laat.
Gebrek aan kennis
Beschamend zijn naar mijn mening de uitspraken van de directeur dat het `om een vondst van nationaal belang gaat die thuishoort in het Rijksmuseum van Oudheden.' Hier blijkt een gebrek aan kennis. Want in wezen kreeg het museum met de `Goudschat van Hezingen' een `Rembrandt' in de schoot geworpen! Want dat is het archeologische niveau waar het bij deze niet nationaal maar internationaal belangwekkende vondst om gaat! Overal in Noordwest Europa waar in de toekomst sprake is van min of meer gelijkende schat- en offervondsten uit de Merovingische tijd (481-751 na Chr.) zal `Hezingen' worden aangehaald. Maar ook het onderzoek en de interpretatie van `Hezingen' door de RCE en de Universiteit van Amsterdam zijn nog geen afgesloten hoofdstuk en zullen nog jarenlang publicaties opleveren.
De redenering van Arhoud Odding volgend kun je je ook gaan afvragen of die fraaie Monet in het Rijksmuseum dan ook veel meer thuishoort in het Stedelijk Museum in Amsterdam in plaats van Enschede? Arnoud Odding zal dat geen seconde overwegen. Zo had hij naar mijn mening ook om moeten gaan met de `Goudschat van Hezingen'.
Assen
De directeur van het museum in Assen ging in 2014 een stuk alerter te werk in relatie met de vondst van 47 gouden munten (in Hezingen 70 voorwerpen van goud) uit de 6e eeuw na Chr. Het museum kocht de vondst aan en de directeur kwalificeerde de aankoop als: ‘Een van de hoogtepunten in de museumcollectie.’ Van dit bewustzijn valt bij Arnoud Odding niet veel te bespeuren als het gaat om deze even zeldzame 7e eeuwse vondsten. Als voormalig museumdirecteur van Natura Docet in Denekamp en het Airborne Museum in Oosterbeek weet ik maar al te goed hoe belangrijk het is om topstukken in de collectie te hebben. Dit bepaalt zowel je bekendheid bij het publiek als in de wetenschappelijke en de museumwereld. En het vergroot ook de kans om in aanmerking te komen voor projectsubsidies.
Museumfabriek
In wezen hadden de vondsten ook tentoongesteld moeten worden in de Museumfabriek en niet in het Rijksmuseum Twenthe aangezien daar de topstukken uit de archeologische collectie van de Vereniging Oudheidkamer Twente worden gepresenteerd. De `Goudschat van Hezingen' sluit ook mooi aan op de Merovingische vondsten die tijdens een opgraving in 1964 op ongeveer een kilometer afstand van de vindplaats van de `offerschat' zijn gedaan. Deze maken deel uit van de collectie van de Oudheidkamer.
Kortom, in allerlei opzichten is hier sprake van een te betreuren blunder van de kant van het Rijksmuseum/Museumfabriek.
Dick Schlà¼ter,
historicus
Op de foto: De ‘goudschat van Hezingen’ omvat, behalve munten, ook sieraden als oorbellen en hangers. Foto Jan-Willem de Kort/RCE Amersfoort)