Harriët Tomassen, directeur Crematoria Twente
Been
‘Kreeg je het been mee naar huis?’ Geschrokken kijk ik naar mijn neef. We zitten te praten over het korte ziekbed en sterven van zijn moeder en mijn peettante. Mijn lieve dierbare tante Marietje overleed eind oktober heel plotseling. Als kind vond ik haar magisch want ze had een nepbeen. Meer dan 60 jaar had zij een beenprothese. En na haar overlijden in het ziekenhuis kreeg mijn neef deze in zijn handen gedrukt door de verpleging met het verzoek het been mee te nemen.
Mijn tante had een uitwendige prothese. Heel veel mensen hebben een prothese die je aan de buitenkant niet ziet. Een knie- of heupprothese, een stalen pin in de rug of gebitsimplantaten. Deze worden -in tegenstelling tot een pacemaker- voor een crematie niet verwijderd. De protheses, veelal gemaakt van chirurgisch staal, blijven over na het crematieproces. Heel vaak wordt er aan ons gevraagd wat er gebeurd met deze overgebleven knieën, heupen en andere zaken die wij terugvinden in de oven.
Met alle materialen die wij vinden in de asresten wordt heel zorgvuldig omgegaan. Het zijn niet alleen kunstgewrichten en ander chirurgische materialen die achterblijven maar ook het metaal dat onderdeel is van de uitvaartkisten. Deze zijn bestand tegen de 800 graden van onze crematieovens. Handvaten aan een kist die niet van hout zijn, worden van de kist afgehaald voordat de kist in de oven gaat. Dit omdat we zo min mogelijk metaal in de oven willen hebben vanwege het milieu.
Alle metalen worden dus vooraf verwijderd of uit de as gehaald en daarna bij ons bewaard. Een gespecialiseerd Nederlands bedrijf haalt periodiek alle metalen bij ons op. En niet alleen bij ons, maar bij alle crematoria in Nederland. Dit bedrijf sorteert alle metalen en zorgt voor de recycling. De metalen worden omgesmolten voor hergebruik, niets is herkenbaar of herleidbaar. De chirurgische metalen worden hergebruikt in allerlei nieuwe innovatieve producten.
De opbrengsten van de verkoop van de metalen gaan naar het goede doelenfonds van de Nederlandse crematoria. Dit fonds is vernoemd naar Dokter Vaillant, de eerste Nederlander die - nadat cremeren elf eeuwen lang verboden was - in 1914 legaal werd gecremeerd. Iedere erkende stichting in Nederland kan financiële ondersteuning aanvragen. Op deze manier wordt er iets waardevols vanuit de crematoria teruggegeven aan de samenleving.
Ik ben altijd erg onder de indruk hoe zorgvuldig en respectvol dit gehele proces verloopt. Wat een contrast met hoe lomp in het ziekenhuis met mijn neef werd omgegaan na het overlijden van mijn tante. Ik had verwacht dat ook voor deze externe protheses een manier van recyclen bestaat. Het bewuste ziekenhuis kan van de Nederlandse crematoria leren.
Dat had mijn neef, naast al het verdriet, een pijnlijke gang naar het afvalbrengpunt kunnen besparen. ‘Wat moet je er anders mee doen’, zei hij. En zo is het. Mijn tante was zoveel meer dan alleen een tante met een kunstbeen. Zij was niet dat specifieke been. Maar het blijft wel een gek idee …..
Harriët Tomassen,
Directeur-Bestuurder Crematoria Twente
Mijn tante had een uitwendige prothese. Heel veel mensen hebben een prothese die je aan de buitenkant niet ziet. Een knie- of heupprothese, een stalen pin in de rug of gebitsimplantaten. Deze worden -in tegenstelling tot een pacemaker- voor een crematie niet verwijderd. De protheses, veelal gemaakt van chirurgisch staal, blijven over na het crematieproces. Heel vaak wordt er aan ons gevraagd wat er gebeurd met deze overgebleven knieën, heupen en andere zaken die wij terugvinden in de oven.
Met alle materialen die wij vinden in de asresten wordt heel zorgvuldig omgegaan. Het zijn niet alleen kunstgewrichten en ander chirurgische materialen die achterblijven maar ook het metaal dat onderdeel is van de uitvaartkisten. Deze zijn bestand tegen de 800 graden van onze crematieovens. Handvaten aan een kist die niet van hout zijn, worden van de kist afgehaald voordat de kist in de oven gaat. Dit omdat we zo min mogelijk metaal in de oven willen hebben vanwege het milieu.
Alle metalen worden dus vooraf verwijderd of uit de as gehaald en daarna bij ons bewaard. Een gespecialiseerd Nederlands bedrijf haalt periodiek alle metalen bij ons op. En niet alleen bij ons, maar bij alle crematoria in Nederland. Dit bedrijf sorteert alle metalen en zorgt voor de recycling. De metalen worden omgesmolten voor hergebruik, niets is herkenbaar of herleidbaar. De chirurgische metalen worden hergebruikt in allerlei nieuwe innovatieve producten.
De opbrengsten van de verkoop van de metalen gaan naar het goede doelenfonds van de Nederlandse crematoria. Dit fonds is vernoemd naar Dokter Vaillant, de eerste Nederlander die - nadat cremeren elf eeuwen lang verboden was - in 1914 legaal werd gecremeerd. Iedere erkende stichting in Nederland kan financiële ondersteuning aanvragen. Op deze manier wordt er iets waardevols vanuit de crematoria teruggegeven aan de samenleving.
Ik ben altijd erg onder de indruk hoe zorgvuldig en respectvol dit gehele proces verloopt. Wat een contrast met hoe lomp in het ziekenhuis met mijn neef werd omgegaan na het overlijden van mijn tante. Ik had verwacht dat ook voor deze externe protheses een manier van recyclen bestaat. Het bewuste ziekenhuis kan van de Nederlandse crematoria leren.
Dat had mijn neef, naast al het verdriet, een pijnlijke gang naar het afvalbrengpunt kunnen besparen. ‘Wat moet je er anders mee doen’, zei hij. En zo is het. Mijn tante was zoveel meer dan alleen een tante met een kunstbeen. Zij was niet dat specifieke been. Maar het blijft wel een gek idee …..
Harriët Tomassen,
Directeur-Bestuurder Crematoria Twente