TukkerTrek

Mekka en Tawaaf, Ootmarsum en Vlöggeln

Robert Beernink 27 november 2024, 01:38
In de serie ‘Twentse Trekken op Bijzondere Plekken’ doet Robert Beernink wekelijks voor TKKR met een kritisch-relativerende knipoog verslag van zijn reizen naar bijzondere plekken met Twentse trekken. Onder het motto: ‘In de Tukkers, hun aard, gewoontes en gebruiken, komt de hele wereld samen.’


Route 25
Uluru - MEKKA - Epidaurus
           
Er is één stop op mijn zoektocht naar Tukkerse Trekken waar ik niet zelf naartoe mag. Mekka, in het westen van Saoedi-Arabië, is streng verboden voor niet-moslims.
 
Hoewel ik al een tijd godsdienstig onzijdig ben, blijft inleven in wat de medemens drijft en beweegt altijd interessant. Ook al is het, noodgedwongen, uit de tweede hand. Als je ergens het fijne niet van weet, ontstaan gemakkelijk vooroordelen. Bovendien valt het weer eens op hoe talrijk juist de overeenkomsten zijn tussen mensen, hun tradities en gewoontes.
 
De grootste verschillen zitten meestal in de plaatselijke uitvoering. Ik heb het hier niet over wereldlijke en godsdienstige uitwassen van geweld en onbegrip. Deze ontstaan door menselijke dwalingen als gevolg van hun beweging in de tijd en zijn daardoor, weliswaar bedreigend, maar van voorbijgaande aard.
 
Hoewel de islam inmiddels vele stromingen kent, is de basis universeel. Naast de zes zuilen van geloof, die spiritueel en naar binnen gericht zijn, bestaan de vijf zuilen van de islam, die op de dagelijkse praktijk en uitvoering van het geloof betrekking hebben: de geloofsbelijdenis, de rituele gebeden, het geven van aalmoezen, het vasten en de pelgrimstocht naar Mekka. Dat zijn ook in de joods-christelijke traditie allemaal bekende fenomenen, met uitzondering van de laatste.
 
Elke moslim, als hij of zij daartoe in staat is, moet één keer in zijn leven op Hadj- pelgrimstocht - naar Mekka, de geboorteplaats van de profeet Mohammed. Mekka, met de heilige zwarte steen, was in pre-islamitische tijden al een heilige plaats.
 
Aan de Hadj zitten veel boeiende rituelen vast, maar het meest bekend en aansprekend is de Tawaaf, waarbij de pelgrims massaal zeven keer, tegen de klok in, rond de Ka’aba lopen, onder het uitspreken van smeekbeden. In de met een zwartfluwelen doek vol met gouddraden gestikte teksten beklede Ka’aba, bevindt zich de zwarte steen die ooit wit was, maar door de zonden van de mens zwart werd.
 
Iedereen is welkom in Ootmarsum, gemeente Dinkelland, maar om Poaskearl – paaskerel - te kunnen worden, moet je bij je geboorte in Ootmarsum wonen. Bovendien moet je ongetrouwd zijn en dat de eerste vier jaar ook blijven: jaarlijks worden de twee oudsten van de acht Poaskearls vervangen.
 
Bij de traditionele gebruiken in Ootmarsum rond Pasen, het Vlöggeln, spelen de Poaskearls een belangrijke rol. Ze zijn allemaal rond de twintig en herkenbaar aan hun lange beige regenjas, zwarte broek en hoed. Normaal zou het verschijnen van één zo’n persoon voor menig brave burger al aanleiding zijn de politie te bellen, maar rond Pasen gebeurt dat in Ootmarsum niet.
 
Op Stille Zaterdag, de dag voor Pasen, kondigt de stadsomroeper om twaalf uur in de middag het paasfeest aan. Om één uur gaan ze op pad om hout te halen voor het paasvuur.
 
Op eerste paasdag beginnen de Poaskearls met een rondgang om de kerk, waarbij ze twee paasliederen zingen. Tegen een uur of vijf gaan ze naar het paasvuur en lopen ze rond de boaken. Daarna geven ze elkaar een hand en lopen, voortdurend zingend, richting centrum, gevolgd door de bevolking van Ootmarsum en de talloze belangstellenden. In een sliert lopen ze hand in hand door het stadje, dwars door huizen en cafés, naar het marktplein.
De eerste en oudste Poaskearl rookt traditiegetrouw een sigaar. Het is niet bekend of deze gewoonte een profetisch voorteken is voor zijn aanstaande eliminatie uit de groep.
 
Aan het eind van de tocht worden de kinderen drie keer opgetild en wordt ‘hoera!’ geroepen - als symbool van de verrezen Heer. Op tweede paasdag wordt de tocht vanaf de paasweide herhaald. Alleen op eerste paasdag gaan ze, na aankomst op het marktplein, nog een keer terug naar de paasweide, om het paasvuur aan te steken.
 
De oorsprong van vele tradities is meestal vaag, omdat ze in de loop der tijd vaak een combinatie van oude en nieuwe rituelen zijn geworden. Meerdere keren rond plekken en symbolen van vergiffenis voor zonden lopen, is een breed verbreid gebruik. De verschillen zitten hoofdzakelijk in de couleur locale: een zwarte steen blakert in het vuur over het algemeen niet wit. Daarom zullen ze rondjes blijven lopen: op weg naar het einde der tijden of terug naar het begin ervan.
 
Wordt vervolgd: Route 26 Mekka - EPIDAURUS – Marathon: Epidaurus en het Lonneker openluchttheater
 
Contact: www.robertbeernink.nl