Jongen van Kotte: hoe een arbeidersjongen mediageschiedenis schrijft
Alle lijntjes in leven en carrià¨re van Henny Everts voeren terug naar de Hengelose wijk Tuindorp ’t Lansink. Meer in het bijzonder de buurt ’t Kotte, met de kenmerkende witte huisjes en witte school. Daar groeit hij, net na de oorlog, op in een arbeidersgezin met een vader die z’n hele leven bij machinefabriek Stork zal werken en een moeder, die houdt van volkse Nederlandstalige muziek op de radio. Hoewel ze het thuis niet breed hebben, beleeft Henny daar een relatief onbezorgde jeugd, voetballend met z’n vriendjes op straat. Dromend van een carrià¨re als prof, met zijn grote voorbeeld Abe Lenstra voor ogen. Niet verwonderlijk dan ook dat het boek waarin Everts zijn levensverhaal heeft opgetekend, de titel ‘Jongen van Kotte’ kreeg.
Maar, dit kloeke boek (bijna 500 pagina’s) overstijgt het persoonlijke, omdat het levensverhaal is verweven met een kleine 40 interviews van Peter Schavemaker uit Nijverdal, auteur van onder meer het boek 100 jaar Hilversum Mediastad (2018). In die interviews geven direct betrokkenen uit de wereld van politiek en media vanuit verschillende invalshoeken hun visie op de stormachtige ontwikkeling van de regionale omroep RTV Oost. Aan het woord komen onder anderen voormalig PvdA-Tweede Kamerlid Bert Middel, oud-mediaminister Hedy d’Ancona, oud-Twentsche Courant collega’s Jan de Jong en Jacques Ros, Marinus Potman, Marga Bult, Jan Riesewijk, Carrie ten Napel, Laurens ten Den, Bert Eeftink, Ilse Warringa, Dorothy Oosting, Monique Sleiderink, Danny de Vries en Jan Medendorp.
Om maar niet, zoals zijn vader, de overall te hoeven aantrekken, vertrekt Henny nog voor zijn twintigste naar Hilversum. Daar, bij de rooie omroep de VARA, zet hij z’n eerste schreden op het journalistieke pad. Terug in Hengelo ontpopt Henny Everts zich bij de dan nog katholieke Twentsche Courant, via de sportredactie met gerenommeerde namen als Ton van Dalen en Jacques Ros, als een sociaal bewogen journalist. Met collega Jan de Jong bouwt hij een sociaal-economische redactie op, die de dramatische neergang van Twentse textiel en de metaalindustrie beschrijft vanuit het perspectief van de arbeider. Op handen gedragen door een groep, jonge progressieve redacteuren, die van de katholieke regionale krant een soort Volkskrant van Twente willen maken, lijkt hij voorbestemd voor het hoofdredacteurschap. Dat blijkt echter voor de behoudende (katholieke) krachten binnen en buiten de redactie een brug te ver op dat moment. Teleurgesteld en gefrustreerd maakt Everts de overstap naar Radio Oost, op dat moment nog een boerenomroep waar folklore de boventoon voert.
Journalistieke impuls
Onder leiding van Everts krijgt in eerste instantie de radio een stevige journalistieke impuls, overigens zonder de streektaal en het volkse karakter in de muziekkeuze te verloochenen. Als Radio Oost in journalistiek opzicht weer een factor van betekenis is geworden in het dan nog rijk geschakeerde Twentse medialandschap, richt Everts zich met volle overgave op wat zijn magnum opus zal worden: de ontwikkeling van regionale televisie. In eerste instantie ontmoet hij voornamelijk scepsis en weerstand voor zijn ambitieuze plannen. Intern, van radiomakers die vrezen voor hun positie binnen de omroep, maar ook vanuit politiek Den Haag, de provinciale politiek, de publieke omroep en de kranten in Twente. Gebruik makend van zijn bij de Twentsche Courant opgebouwde netwerk bij politiek en bestuur in Overijssel, zet Everts zijn plannen door. Met succes. Op vrijdag 2 oktober 1992 vindt in Hengelo de eerste regionale tv-uitzending in Nederland plaats. In een interview in ‘Jongen van Kotte’ haalt presentatrice Maggy Dobson herinneringen op aan dat historische moment in een geïmproviseerde presentatie- en techniekruimte in de grote radiostudio. ‘Daar hadden ze een doek opgehangen met een logo. Het doek heb ik vooraf zelf eerst gestreken.’
Van Jonge Leu
In 2005 beleeft het onder de bezielende leiding van hoofdredacteur-directeur Henny Everts inmiddels tot een volwaardige regionale omroep uitgegroeide RTV Oost opnieuw een landelijke primeur als de eerste jaargang van de regiosoap Van Jonge Leu en Oale Groond van stapel loopt. De soap in de streektaal – een grote wens van Henny Everts – wordt vooral door de bemoeienis van Herman Finkers en regisseur Johan Nijenhuis een even onverwacht als ongekend groot succes. Niet alleen in de regio, maar in het hele land. De KRO zendt de regiosoap uit en verschillende regionale omroepen proberen de succesformule te kopiëren en te evenaren. In alle gevallen zonder succes. In een interview in ‘Jongen van Kotte’ zegt Herman Finkers daarover: ‘Ik wilde met Van Jonge Leu en Oale Groond ons onderscheiden met wat er in de Randstad wordt gedaan.’ Johan Nijenhuis, succesvol film- en tv-regisseur en -producent, zegt dat de regiosoap hem de schoonheid van het Twents heeft laten (her)ontdekken. Achteraf kan worden vastgesteld dat Van Jonge Leu en Oale Groond de voedingsbodem is geweest voor de regionale en landelijke herwaardering van de streektaal, resulterend in het recentelijke grote nationale succes van de film De beentjes van St. Hildegard en het muziektheaterspektakel Hanna van Hendrik.
Belofte waargemaakt
Voor dit alles wordt regionaal omroeppionier Henny Everts van verschillende kanten lof toegezwaaid in de interviews in ‘Jongen van Kotte’. Door toenmalig Commissaris van de Koningin Jan Hendrikx, bijvoorbeeld: ‘RTV Oost heeft de belofte op televisie waargemaakt.’ En oud-gedeputeerde Jan Kristen noemt de eerste serie van Van Jonge Leu en Oale Groond ‘echt een schoolvoorbeeld hoe de regionale omroep zich moet laten zien’. Kritiek is er natuurlijk ook. Van oud-gedeputeerde Dick Buursink, bijvoorbeeld, die hard in aanvaring komt met Everts als hij te kennen geeft vanuit zijn verantwoordelijkheid ‘achter de deur’ te willen kijken bij RTV Oost voor de 10 miljoen die de omroep van de provincie krijgt. Buursink plaatst kanttekeningen bij de wijze waarop RTV Oost die 10 miljoen aanwendt in de programmering. ‘RTV Oost zou meer kunnen bijdragen aan het profiel van Overijssel en zou zich moeten verbinden met andere instellingen, interactie organiseren, zoals met Het Orkest van het Oosten, de Reisopera, toneelgezelschap Oostpool, Historisch Centrum Overijssel, de Overijsselse Bibliotheek Dienst, maar ook met het ROC, dat destijds net begonnen was met de opleiding geluidstechnicus/cameraman en uiteindelijk met de Universiteit Twente. Met het idee gezamenlijke producties te maken. Heel Overijssel had hier baat van kunnen hebben.’
Buursink heeft niet zoveel op met de volkse (muziek)programma’s van Willie Oosterhuis, die meer en meer uitgroeit tot het gezicht van RTV Oost. Voor Henny Everts, die is opgegroeid met volkse, Nederlandstalige muziek en als geen ander weet hoe populair piratenmuziek is onder jongeren in de regio, is Oosterhuis een belangrijke pion in de programmering. Geleidelijk aan, als adjunct Marcel oude Wesselink zich nadrukkelijker met de inhoudelijke programmering gaat bemoeien, treedt er een verschuiving op bij RTV Oost. Spraakmakende programmamakers als Jan Medendorp, Willie Oosterhuis en Bert Eeftink verdwijnen letterlijk en figuurlijk – al dan niet gedwongen – meer en meer uit beeld.
‘Irrelevant’
De kritiek op die koerswijziging klinkt door in veel van de interviews in ‘Jongen van Kotte’. Zowel intern als van buiten. Willie Oosterhuis: ‘RTV Oost heeft als publieke omroep een verantwoordelijkheid voor de miljoenen die ze jaarlijks krijgen. Maar dat doen ze helemaal niet als het gaat om begrijpelijke kunst, cultuur en Nederlandse muziek en de artiesten in deze regio.(…) Een van die verantwoordelijkheden is het uitzenden van volkse muziek. Dat verzaakt TV Oost al jaren lang.’ Oud-gedeputeerde Jan Kristen: ‘De nieuwsgaring van TV Oost hoort meer thuis bij de damesbladen, dan dat het aansluit bij het gewone nieuws. Ja, ik zeg hiermee eigenlijk dat de relevantie van RTV Oost verdwenen is.’ Radio- en tv-presentator Bert van Losser: ‘Op dit moment is er bij RTV Oost à¼berhaupt niemand spraakmakend. Maar we maken ook heel weinig tv-programma’s, tsja…’ En oud-gedeputeerde Dick Buursink: ‘In mijn herinnering is het zo, dat de houding van RTV Oost ten opzichte van de provincie er één was van dédain. Men was niet gewend dat iemand wel eens een vraagteken zette bij het functioneren. Uiteindelijk zijn ze in hun eigen val getuimeld, ze zijn totaal irrelevant geworden. Ik zeg het hard. Ze doen er niet toe.’
‘Digitale route’
In ‘Jongen van Kotte’ steekt Henny Everts zelf ook zijn mening over de koers die RTV Oost na zijn vertrek in 2012 onder leiding van zijn opvolger Marcel oude Wesselink is gaan varen niet onder stoelen of banken. Verhult ook niet dat hun werkverhouding door botsende karakters weliswaar constructief, maar ook ‘gereserveerd’ was. In zijn nawoord schrijft Everts dat hij zich niet kan vinden in de ‘digitale route’, waarvoor Oude Wesselink (die in het boek zelf niet aan het woord komt) heeft gekozen, ‘waarbij met name televisie het onderspit delft’.
In zijn nawoord refereert Everts ook nog aan een plan dat hij ooit had voor een intensieve samenwerking tussen de regionale omroep en de Twentsche Courant Tubantia/De Stentor. Een fusie tussen regionale omroep en regionale krant zou moeten resulteren in een Media Centrum Oost, waarvoor het RTV Oost complex als gezamenlijk onderkomen dient.
Het komt er niet van omdat de Twentsche Courant Tubantia/De Stentor worden overgenomen door het grootste mediabedrijf in Nederland, het Belgische DPG Media. Everts: ‘Regionale kranten, vanuit Amsterdam aangestuurd, en RTV Oost, nog baas in eigen huis, beconcurreren elkaar nu op internet. Een van beiden delft het digitale onderspit; ik vrees voor RTV Oost.’
Jongen van Kotte, Henny Everts en Peter Schavemaker, ISBN 9789023259466, aantal pagina’s 484, verkoopprijs € 24,95.
Opgroeien in een ‘knuffelvrij’ gezin
Henny Everts neemt in Jongen van Kotte geen blad voor de mond als het gaat om zijn journalistieke carrià¨re en ‘erfenis’ bij RTV Oost. Maar hij is bij het optekenen van zijn persoonlijke levensverhaal ook buitengewoon openhartig. In zijn turbulente privé-leven voeren de lijntjes telkens terug naar zijn jeugd, het gezin, de buurt waar hij opgroeide. Misschien wel een sleutelzin in dit verband: ‘Ons gezin was niet echt wat je noemt een samenhangend geheel.’ Everts groeit naar eigen zeggen op in een ‘knuffelvrij’ gezin. In zijn persoonlijke gezinsleven lijkt de geschiedenis zich te herhalen. Twee gestrande huwelijken, vier dochters die hun eigen gang gaan. ‘Als het nodig is zijn we er voor elkaar. Enigszins vergelijkbaar met de situatie bij ons vroeger thuis. Het is geen hechte familieclub, die elkaar voortdurend opzoekt. Ik zie ze allemaal hun eigen weg zoeken, zoals ik dat zelf ook heb gedaan.’
Forumdiscussie
Voor debatcentrum Pakhuis Oost is het boek ‘Jongen van Kotte’ aanleiding een forumdiscussie te organiseren over het huidige en toekomstige medialandschap in Twente. Op donderdag 3 november gaan daarover in de bibliotheek in Enschede de volgende mensen het gesprek met elkaar aan: Henny Everts (oud hoofdredacteur/directeur RTV Oost), Judith Hartman (directeur RTV Oost), Flip van Willigen (1Twente), en Ben Siemerink (hoofdredacteur TKKR). Alex Engbers (oud-hoofdredacteur De Stentor) is de moderator. Engbers schreef onlangs een prikkelend essay over de regionale journalistiek voor de stichting KIM, forum voor reflectie en journalistiek. Engbers maakt zich zorgen over de rol van de regionale kranten nu landelijke partijen (of in het geval van Twente, het Belgische DPG Media) daar meer en meer de dienst uit maken. Een veelzeggend fragment uit zijn essay: ‘Een goede regionale krant weet wat er in de eigen regio speelt en wil over alle ontwikkelingen met kennis van zaken berichten. Ze behoort kritisch én betrokken te zijn. Samen lijden, samen feesten. Sterker nog, als regionale krant schràjf je niet alleen over je regio, je bent er ook onderdeel van. Je geeft ook zelf invulling aan de maatschappij waarover je schrijft. Daarom draag je medeÂverantwoordelijkheid voor de koers van de regio. Niet in uitvoerende zin, dat is het primaat van de politiek, maar wel in meningvormende zin. Een regionale krant geeft de mores van een regio mede vorm.’
Belangstellenden voor deze forumdiscussie kunnen zich aanmelden op de site van Pakhuis Oost:
www.pakhuis-oost.nl.
Maar, dit kloeke boek (bijna 500 pagina’s) overstijgt het persoonlijke, omdat het levensverhaal is verweven met een kleine 40 interviews van Peter Schavemaker uit Nijverdal, auteur van onder meer het boek 100 jaar Hilversum Mediastad (2018). In die interviews geven direct betrokkenen uit de wereld van politiek en media vanuit verschillende invalshoeken hun visie op de stormachtige ontwikkeling van de regionale omroep RTV Oost. Aan het woord komen onder anderen voormalig PvdA-Tweede Kamerlid Bert Middel, oud-mediaminister Hedy d’Ancona, oud-Twentsche Courant collega’s Jan de Jong en Jacques Ros, Marinus Potman, Marga Bult, Jan Riesewijk, Carrie ten Napel, Laurens ten Den, Bert Eeftink, Ilse Warringa, Dorothy Oosting, Monique Sleiderink, Danny de Vries en Jan Medendorp.
Om maar niet, zoals zijn vader, de overall te hoeven aantrekken, vertrekt Henny nog voor zijn twintigste naar Hilversum. Daar, bij de rooie omroep de VARA, zet hij z’n eerste schreden op het journalistieke pad. Terug in Hengelo ontpopt Henny Everts zich bij de dan nog katholieke Twentsche Courant, via de sportredactie met gerenommeerde namen als Ton van Dalen en Jacques Ros, als een sociaal bewogen journalist. Met collega Jan de Jong bouwt hij een sociaal-economische redactie op, die de dramatische neergang van Twentse textiel en de metaalindustrie beschrijft vanuit het perspectief van de arbeider. Op handen gedragen door een groep, jonge progressieve redacteuren, die van de katholieke regionale krant een soort Volkskrant van Twente willen maken, lijkt hij voorbestemd voor het hoofdredacteurschap. Dat blijkt echter voor de behoudende (katholieke) krachten binnen en buiten de redactie een brug te ver op dat moment. Teleurgesteld en gefrustreerd maakt Everts de overstap naar Radio Oost, op dat moment nog een boerenomroep waar folklore de boventoon voert.
Journalistieke impuls
Onder leiding van Everts krijgt in eerste instantie de radio een stevige journalistieke impuls, overigens zonder de streektaal en het volkse karakter in de muziekkeuze te verloochenen. Als Radio Oost in journalistiek opzicht weer een factor van betekenis is geworden in het dan nog rijk geschakeerde Twentse medialandschap, richt Everts zich met volle overgave op wat zijn magnum opus zal worden: de ontwikkeling van regionale televisie. In eerste instantie ontmoet hij voornamelijk scepsis en weerstand voor zijn ambitieuze plannen. Intern, van radiomakers die vrezen voor hun positie binnen de omroep, maar ook vanuit politiek Den Haag, de provinciale politiek, de publieke omroep en de kranten in Twente. Gebruik makend van zijn bij de Twentsche Courant opgebouwde netwerk bij politiek en bestuur in Overijssel, zet Everts zijn plannen door. Met succes. Op vrijdag 2 oktober 1992 vindt in Hengelo de eerste regionale tv-uitzending in Nederland plaats. In een interview in ‘Jongen van Kotte’ haalt presentatrice Maggy Dobson herinneringen op aan dat historische moment in een geïmproviseerde presentatie- en techniekruimte in de grote radiostudio. ‘Daar hadden ze een doek opgehangen met een logo. Het doek heb ik vooraf zelf eerst gestreken.’
Van Jonge Leu
In 2005 beleeft het onder de bezielende leiding van hoofdredacteur-directeur Henny Everts inmiddels tot een volwaardige regionale omroep uitgegroeide RTV Oost opnieuw een landelijke primeur als de eerste jaargang van de regiosoap Van Jonge Leu en Oale Groond van stapel loopt. De soap in de streektaal – een grote wens van Henny Everts – wordt vooral door de bemoeienis van Herman Finkers en regisseur Johan Nijenhuis een even onverwacht als ongekend groot succes. Niet alleen in de regio, maar in het hele land. De KRO zendt de regiosoap uit en verschillende regionale omroepen proberen de succesformule te kopiëren en te evenaren. In alle gevallen zonder succes. In een interview in ‘Jongen van Kotte’ zegt Herman Finkers daarover: ‘Ik wilde met Van Jonge Leu en Oale Groond ons onderscheiden met wat er in de Randstad wordt gedaan.’ Johan Nijenhuis, succesvol film- en tv-regisseur en -producent, zegt dat de regiosoap hem de schoonheid van het Twents heeft laten (her)ontdekken. Achteraf kan worden vastgesteld dat Van Jonge Leu en Oale Groond de voedingsbodem is geweest voor de regionale en landelijke herwaardering van de streektaal, resulterend in het recentelijke grote nationale succes van de film De beentjes van St. Hildegard en het muziektheaterspektakel Hanna van Hendrik.
Belofte waargemaakt
Voor dit alles wordt regionaal omroeppionier Henny Everts van verschillende kanten lof toegezwaaid in de interviews in ‘Jongen van Kotte’. Door toenmalig Commissaris van de Koningin Jan Hendrikx, bijvoorbeeld: ‘RTV Oost heeft de belofte op televisie waargemaakt.’ En oud-gedeputeerde Jan Kristen noemt de eerste serie van Van Jonge Leu en Oale Groond ‘echt een schoolvoorbeeld hoe de regionale omroep zich moet laten zien’. Kritiek is er natuurlijk ook. Van oud-gedeputeerde Dick Buursink, bijvoorbeeld, die hard in aanvaring komt met Everts als hij te kennen geeft vanuit zijn verantwoordelijkheid ‘achter de deur’ te willen kijken bij RTV Oost voor de 10 miljoen die de omroep van de provincie krijgt. Buursink plaatst kanttekeningen bij de wijze waarop RTV Oost die 10 miljoen aanwendt in de programmering. ‘RTV Oost zou meer kunnen bijdragen aan het profiel van Overijssel en zou zich moeten verbinden met andere instellingen, interactie organiseren, zoals met Het Orkest van het Oosten, de Reisopera, toneelgezelschap Oostpool, Historisch Centrum Overijssel, de Overijsselse Bibliotheek Dienst, maar ook met het ROC, dat destijds net begonnen was met de opleiding geluidstechnicus/cameraman en uiteindelijk met de Universiteit Twente. Met het idee gezamenlijke producties te maken. Heel Overijssel had hier baat van kunnen hebben.’
Buursink heeft niet zoveel op met de volkse (muziek)programma’s van Willie Oosterhuis, die meer en meer uitgroeit tot het gezicht van RTV Oost. Voor Henny Everts, die is opgegroeid met volkse, Nederlandstalige muziek en als geen ander weet hoe populair piratenmuziek is onder jongeren in de regio, is Oosterhuis een belangrijke pion in de programmering. Geleidelijk aan, als adjunct Marcel oude Wesselink zich nadrukkelijker met de inhoudelijke programmering gaat bemoeien, treedt er een verschuiving op bij RTV Oost. Spraakmakende programmamakers als Jan Medendorp, Willie Oosterhuis en Bert Eeftink verdwijnen letterlijk en figuurlijk – al dan niet gedwongen – meer en meer uit beeld.
‘Irrelevant’
De kritiek op die koerswijziging klinkt door in veel van de interviews in ‘Jongen van Kotte’. Zowel intern als van buiten. Willie Oosterhuis: ‘RTV Oost heeft als publieke omroep een verantwoordelijkheid voor de miljoenen die ze jaarlijks krijgen. Maar dat doen ze helemaal niet als het gaat om begrijpelijke kunst, cultuur en Nederlandse muziek en de artiesten in deze regio.(…) Een van die verantwoordelijkheden is het uitzenden van volkse muziek. Dat verzaakt TV Oost al jaren lang.’ Oud-gedeputeerde Jan Kristen: ‘De nieuwsgaring van TV Oost hoort meer thuis bij de damesbladen, dan dat het aansluit bij het gewone nieuws. Ja, ik zeg hiermee eigenlijk dat de relevantie van RTV Oost verdwenen is.’ Radio- en tv-presentator Bert van Losser: ‘Op dit moment is er bij RTV Oost à¼berhaupt niemand spraakmakend. Maar we maken ook heel weinig tv-programma’s, tsja…’ En oud-gedeputeerde Dick Buursink: ‘In mijn herinnering is het zo, dat de houding van RTV Oost ten opzichte van de provincie er één was van dédain. Men was niet gewend dat iemand wel eens een vraagteken zette bij het functioneren. Uiteindelijk zijn ze in hun eigen val getuimeld, ze zijn totaal irrelevant geworden. Ik zeg het hard. Ze doen er niet toe.’
‘Digitale route’
In ‘Jongen van Kotte’ steekt Henny Everts zelf ook zijn mening over de koers die RTV Oost na zijn vertrek in 2012 onder leiding van zijn opvolger Marcel oude Wesselink is gaan varen niet onder stoelen of banken. Verhult ook niet dat hun werkverhouding door botsende karakters weliswaar constructief, maar ook ‘gereserveerd’ was. In zijn nawoord schrijft Everts dat hij zich niet kan vinden in de ‘digitale route’, waarvoor Oude Wesselink (die in het boek zelf niet aan het woord komt) heeft gekozen, ‘waarbij met name televisie het onderspit delft’.
In zijn nawoord refereert Everts ook nog aan een plan dat hij ooit had voor een intensieve samenwerking tussen de regionale omroep en de Twentsche Courant Tubantia/De Stentor. Een fusie tussen regionale omroep en regionale krant zou moeten resulteren in een Media Centrum Oost, waarvoor het RTV Oost complex als gezamenlijk onderkomen dient.
Het komt er niet van omdat de Twentsche Courant Tubantia/De Stentor worden overgenomen door het grootste mediabedrijf in Nederland, het Belgische DPG Media. Everts: ‘Regionale kranten, vanuit Amsterdam aangestuurd, en RTV Oost, nog baas in eigen huis, beconcurreren elkaar nu op internet. Een van beiden delft het digitale onderspit; ik vrees voor RTV Oost.’
Jongen van Kotte, Henny Everts en Peter Schavemaker, ISBN 9789023259466, aantal pagina’s 484, verkoopprijs € 24,95.
Opgroeien in een ‘knuffelvrij’ gezin
Henny Everts neemt in Jongen van Kotte geen blad voor de mond als het gaat om zijn journalistieke carrià¨re en ‘erfenis’ bij RTV Oost. Maar hij is bij het optekenen van zijn persoonlijke levensverhaal ook buitengewoon openhartig. In zijn turbulente privé-leven voeren de lijntjes telkens terug naar zijn jeugd, het gezin, de buurt waar hij opgroeide. Misschien wel een sleutelzin in dit verband: ‘Ons gezin was niet echt wat je noemt een samenhangend geheel.’ Everts groeit naar eigen zeggen op in een ‘knuffelvrij’ gezin. In zijn persoonlijke gezinsleven lijkt de geschiedenis zich te herhalen. Twee gestrande huwelijken, vier dochters die hun eigen gang gaan. ‘Als het nodig is zijn we er voor elkaar. Enigszins vergelijkbaar met de situatie bij ons vroeger thuis. Het is geen hechte familieclub, die elkaar voortdurend opzoekt. Ik zie ze allemaal hun eigen weg zoeken, zoals ik dat zelf ook heb gedaan.’
Forumdiscussie
Voor debatcentrum Pakhuis Oost is het boek ‘Jongen van Kotte’ aanleiding een forumdiscussie te organiseren over het huidige en toekomstige medialandschap in Twente. Op donderdag 3 november gaan daarover in de bibliotheek in Enschede de volgende mensen het gesprek met elkaar aan: Henny Everts (oud hoofdredacteur/directeur RTV Oost), Judith Hartman (directeur RTV Oost), Flip van Willigen (1Twente), en Ben Siemerink (hoofdredacteur TKKR). Alex Engbers (oud-hoofdredacteur De Stentor) is de moderator. Engbers schreef onlangs een prikkelend essay over de regionale journalistiek voor de stichting KIM, forum voor reflectie en journalistiek. Engbers maakt zich zorgen over de rol van de regionale kranten nu landelijke partijen (of in het geval van Twente, het Belgische DPG Media) daar meer en meer de dienst uit maken. Een veelzeggend fragment uit zijn essay: ‘Een goede regionale krant weet wat er in de eigen regio speelt en wil over alle ontwikkelingen met kennis van zaken berichten. Ze behoort kritisch én betrokken te zijn. Samen lijden, samen feesten. Sterker nog, als regionale krant schràjf je niet alleen over je regio, je bent er ook onderdeel van. Je geeft ook zelf invulling aan de maatschappij waarover je schrijft. Daarom draag je medeÂverantwoordelijkheid voor de koers van de regio. Niet in uitvoerende zin, dat is het primaat van de politiek, maar wel in meningvormende zin. Een regionale krant geeft de mores van een regio mede vorm.’
Belangstellenden voor deze forumdiscussie kunnen zich aanmelden op de site van Pakhuis Oost:
www.pakhuis-oost.nl.