Tussen de linies
Als Venus niet bestond
Een sirene. Muziek uit gettoblasters. Een knal uit een 9 millimeter. De geluiden van Compton, California. Versleten schoenzolen die piepen over gescheurd hardcourt. Tennisballen die dof ploffen. Een kreet van onmacht: AAAAAH! Ook geluiden uit Compton, California.
Het meisje dat schreeuwde wil haar racket het liefst over het hek smijten (Weer verloren. Niet eerlijk!), maar ze deed het niet. Dat mocht niet van haar vader. Hij zou haar zo een week niet laten tennissen. En dan kon niet. Ze moest tennissen. Hoe kon ze anders haar zus verslaan? Beter worden, dat was alles wat ze wilde. Net iets beter worden dan haar zus.
Want het was haar zus die de woede in haar naar boven haalde. Oh, ze hield van haar. Heel veel zelfs. Maar op de tennisbaan kon ze haar niet uitstaan. Want ze was groter. Sterker. Ouder. Beter. Het was niet eerlijk. Ooit zou ze haar verslaan. En dus hield ze haar racket vast, want alleen door harder te trainen, kon ze beter worden dan haar zus.
En dus versleet ze iedere dag, meerdere uren achtereen, haar schoenzolen op het gescheurde hardcourt in Compton, California. Toen haar zus werd opgemerkt door aanstaande coaches en toernooien ging spelen, zwol ze op. Tegelijkertijd blij en boos zijn, dat is wat jaloezie doet.
Haar zus reeg zeges aaneen. Het meisje trainde. Werd ook opgemerkt, maar kreeg nooit de aandacht die haar zus kreeg. Supertalent. Uitdager van de grootsten. Zo werd haar zus genoemd. En het meisje werkte voort, in een steeds groter wordende schaduw. Maar de mooiste bloemen groeien in de luwte.
Haar zus brak door, haalde haar reputatie in. Met gemak. Toen het meisje haar professionele wedstrijd speelde, was haar zus een gevestigde naam. Een toptienspeelster zelfs. Haar zus spurtte naar de top. Ze won WTA-titels. Het meisje trainde verder, ploeterend in de schaduwkant en dromend van de zon, waar ze stralen kon.
En stralen deed ze. Een paar jaar na haar debuut op de tour won ze haar eerste Grand Slam. Op Wimbledon versloeg ze Martina Hingis, die in de halve finale van haar zus gewonnen had. Het meisje was zeventien jaar oud. Een kind nog. Witte kraaltjes in haar haren. Een glimlach van oor tot oor. Stralende ogen.
Stralend van geluk. Blinkend van opluchting. Barstend van ambitie. De schaduw lag achter haar. Voor haar de wereld: Melbourne, Parijs, London, New York. Die ze veroverde. Drieëntwintig keer. Ze deed waarvan ze altijd gedroomd had: net iets beter zijn dan haar zus. Het maakte haar de beste allertijden.
Het meisje heette Serena. En waar zou ze zijn geweest als Venus niet bestond?
Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden.
Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.
Het meisje dat schreeuwde wil haar racket het liefst over het hek smijten (Weer verloren. Niet eerlijk!), maar ze deed het niet. Dat mocht niet van haar vader. Hij zou haar zo een week niet laten tennissen. En dan kon niet. Ze moest tennissen. Hoe kon ze anders haar zus verslaan? Beter worden, dat was alles wat ze wilde. Net iets beter worden dan haar zus.
Want het was haar zus die de woede in haar naar boven haalde. Oh, ze hield van haar. Heel veel zelfs. Maar op de tennisbaan kon ze haar niet uitstaan. Want ze was groter. Sterker. Ouder. Beter. Het was niet eerlijk. Ooit zou ze haar verslaan. En dus hield ze haar racket vast, want alleen door harder te trainen, kon ze beter worden dan haar zus.
En dus versleet ze iedere dag, meerdere uren achtereen, haar schoenzolen op het gescheurde hardcourt in Compton, California. Toen haar zus werd opgemerkt door aanstaande coaches en toernooien ging spelen, zwol ze op. Tegelijkertijd blij en boos zijn, dat is wat jaloezie doet.
Haar zus reeg zeges aaneen. Het meisje trainde. Werd ook opgemerkt, maar kreeg nooit de aandacht die haar zus kreeg. Supertalent. Uitdager van de grootsten. Zo werd haar zus genoemd. En het meisje werkte voort, in een steeds groter wordende schaduw. Maar de mooiste bloemen groeien in de luwte.
Haar zus brak door, haalde haar reputatie in. Met gemak. Toen het meisje haar professionele wedstrijd speelde, was haar zus een gevestigde naam. Een toptienspeelster zelfs. Haar zus spurtte naar de top. Ze won WTA-titels. Het meisje trainde verder, ploeterend in de schaduwkant en dromend van de zon, waar ze stralen kon.
En stralen deed ze. Een paar jaar na haar debuut op de tour won ze haar eerste Grand Slam. Op Wimbledon versloeg ze Martina Hingis, die in de halve finale van haar zus gewonnen had. Het meisje was zeventien jaar oud. Een kind nog. Witte kraaltjes in haar haren. Een glimlach van oor tot oor. Stralende ogen.
Stralend van geluk. Blinkend van opluchting. Barstend van ambitie. De schaduw lag achter haar. Voor haar de wereld: Melbourne, Parijs, London, New York. Die ze veroverde. Drieëntwintig keer. Ze deed waarvan ze altijd gedroomd had: net iets beter zijn dan haar zus. Het maakte haar de beste allertijden.
Het meisje heette Serena. En waar zou ze zijn geweest als Venus niet bestond?
Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden.
Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.