Tussen de linies
Een onuitwisbare dribbel
Op 24 juni 2021 deed de UEFA iets opmerkelijks: het voerde een verandering door die het voetbal mooier maakte.
Tijdens de wekelijkse vergadering met agendapunten als steekpenningen, verklotingbegrotingen en ‘wie is waar geweest op welk Russisch jacht’ namen de hoge heren een besluit: uitdoelpunten telden niet meer dubbel in Europees clubvoetbal.
Top.
In Amsterdam moeten ze zich met een knoop in de maag afgevraagd hebben waarom dat besluit niet twee jaar eerder, voor de hattrick van Lucas Moura, genomen werd. Ik vraag me af waarom Ajax zo naïef voetbalde die avond.
Goed, terug naar wat ertoe doet: FC Twente. En uitdoelpunten die niet meer dubbel tellen. Wat betekent dat? Is het doelpunt dat Và¡clav ÄŒernའvorige week in Florence maakte ineens minder waard?
Nee. Dankzij die regel is het doelpunt precies waard wat het is: één doelpunt. Inflatie bestaat niet meer in het Europese clubvoetbal (behalve als je in de Grolsch Veste een halve liter besteld en je je afvraagt waarom je handen zo groot lijken…).
Eén doelpunt dus. En Fiorentina heeft er twee. Wij moeten er dus eentje meer inprikken dan zij om gelijk te komen. En twee om te winnen.
Twee doelpunten meer maken dan de tegenstander, kunnen we dat?
In 1974, op woensdag 11 december speelden we tegen Dukla Praag, een club met een prachtig logo in Sovjetstijl en louter Tsjechen in de basiself; mannen met kloeke namen als Oldrich Rott en Frantisek Stambacher. Betonslopers. Geslepen noppen. Dat soort. Twente had de heenwedstrijd verloren: in Praag werd het 3-1. Werk aan de winkel dus. Gebeurde ook. Vijf doelpunten werden er gemaakt die avond. Vijf voor ons en nul voor Dukla Praag.
Recenter, hoewel nog steeds tien jaar geleden, werd ons de moeilijke taak voorgelegd om een 3-1 nederlaag om te buigen in een overwinning. Het was 30 augustus in 2012. De tegenstander: Bursaspor. De inzet: de groepsfase van de UEFA Cup. De Veste kolkte die avond. De ruststand was 1-1. Het eerste kwartier na rust werd er niet gescoord. Toen gaf de klok aan dat er nog maar dertig minuten te spelen waren. Moedeloos? Tijdsnood? Nee hoor, binnen twee minuten stond het 3-1. Schilder en Gutiérrez. In de verlenging deed Leroy Fer er nog een schepje bovenop.
Het kan dus, twee doelpunten meer maken dan tegenstander.
Ook tegen Italianen?
Ja. Ook tegen Italianen. We hebben het al eerder gedaan.
Op 23 april 1975 dribbelde een jongen uit Zwaagwesteinde zich de herinnering in van alle Twente supporters. Hij kapte, draaide en draafde langs Claudio Gentile, Fabio Capello en alle 43.000 toeschouwers die die avond in Stadio Comunale in Turijn aanwezig waren. Met een bekeken schot verschalkte hij ook nog even Dino Zoff, de beste doelman allertijden. Wie die jongen uit Zwaagwesteinde was?
Johan Zuidema.
Lang haar, vlassig snorretje. Zijn daden in het rood zijn een beetje ondergesneeuwd. Overschaduwd door de doelpunten van Jan Jeuring en de acties van Theo Pahlplatz. En toch staat Johan Zuidema dankzij die ene dribbel in het geheugen van FC Twente gegrift. Vijftig Turijnse meters, met vier veldspelers en een legendarische doelman als hindernissen die kinderlijk werden ontweken.
Hij speelde maar twee seizoenen voor FC Twente, maar heeft misschien wel de meeste belangrijke Europese treffers op zijn naam staan. Weet je nog, die 5-0 zege op Dukla Praag? Zuidema maakte een hattrick. En die onuitwisbare dribbel in Turijn was geen uitzondering, want twee weken eerder tijdens de thuiswedstrijd scoorde Zuidema ook al twee keer. Twente won toen met 3-1 van Juventus.
Inderdaad: twee doelpunten meer dan de Italiaanse tegenstander.
We hebben het eerder gedaan. We gaan het weer doen.
En dat die goal van ÄŒernའvoor één telt maakt niets uit. Het argument dat de UEFA aanvoerde voor de regelwijziging was het afgenomen thuisvoordeel. Dat is het geval in het merendeel van de Europese stadions (en zeker in de ArenA)… maar niet in de Grolsch Veste.
Dus die twee doelpunten: dat zit wel snor. Ook zonder Johan Zuidema.
Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden. Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.
Tijdens de wekelijkse vergadering met agendapunten als steekpenningen, verklotingbegrotingen en ‘wie is waar geweest op welk Russisch jacht’ namen de hoge heren een besluit: uitdoelpunten telden niet meer dubbel in Europees clubvoetbal.
Top.
In Amsterdam moeten ze zich met een knoop in de maag afgevraagd hebben waarom dat besluit niet twee jaar eerder, voor de hattrick van Lucas Moura, genomen werd. Ik vraag me af waarom Ajax zo naïef voetbalde die avond.
Goed, terug naar wat ertoe doet: FC Twente. En uitdoelpunten die niet meer dubbel tellen. Wat betekent dat? Is het doelpunt dat Và¡clav ÄŒernའvorige week in Florence maakte ineens minder waard?
Nee. Dankzij die regel is het doelpunt precies waard wat het is: één doelpunt. Inflatie bestaat niet meer in het Europese clubvoetbal (behalve als je in de Grolsch Veste een halve liter besteld en je je afvraagt waarom je handen zo groot lijken…).
Eén doelpunt dus. En Fiorentina heeft er twee. Wij moeten er dus eentje meer inprikken dan zij om gelijk te komen. En twee om te winnen.
Twee doelpunten meer maken dan de tegenstander, kunnen we dat?
In 1974, op woensdag 11 december speelden we tegen Dukla Praag, een club met een prachtig logo in Sovjetstijl en louter Tsjechen in de basiself; mannen met kloeke namen als Oldrich Rott en Frantisek Stambacher. Betonslopers. Geslepen noppen. Dat soort. Twente had de heenwedstrijd verloren: in Praag werd het 3-1. Werk aan de winkel dus. Gebeurde ook. Vijf doelpunten werden er gemaakt die avond. Vijf voor ons en nul voor Dukla Praag.
Recenter, hoewel nog steeds tien jaar geleden, werd ons de moeilijke taak voorgelegd om een 3-1 nederlaag om te buigen in een overwinning. Het was 30 augustus in 2012. De tegenstander: Bursaspor. De inzet: de groepsfase van de UEFA Cup. De Veste kolkte die avond. De ruststand was 1-1. Het eerste kwartier na rust werd er niet gescoord. Toen gaf de klok aan dat er nog maar dertig minuten te spelen waren. Moedeloos? Tijdsnood? Nee hoor, binnen twee minuten stond het 3-1. Schilder en Gutiérrez. In de verlenging deed Leroy Fer er nog een schepje bovenop.
Het kan dus, twee doelpunten meer maken dan tegenstander.
Ook tegen Italianen?
Ja. Ook tegen Italianen. We hebben het al eerder gedaan.
Op 23 april 1975 dribbelde een jongen uit Zwaagwesteinde zich de herinnering in van alle Twente supporters. Hij kapte, draaide en draafde langs Claudio Gentile, Fabio Capello en alle 43.000 toeschouwers die die avond in Stadio Comunale in Turijn aanwezig waren. Met een bekeken schot verschalkte hij ook nog even Dino Zoff, de beste doelman allertijden. Wie die jongen uit Zwaagwesteinde was?
Johan Zuidema.
Lang haar, vlassig snorretje. Zijn daden in het rood zijn een beetje ondergesneeuwd. Overschaduwd door de doelpunten van Jan Jeuring en de acties van Theo Pahlplatz. En toch staat Johan Zuidema dankzij die ene dribbel in het geheugen van FC Twente gegrift. Vijftig Turijnse meters, met vier veldspelers en een legendarische doelman als hindernissen die kinderlijk werden ontweken.
Hij speelde maar twee seizoenen voor FC Twente, maar heeft misschien wel de meeste belangrijke Europese treffers op zijn naam staan. Weet je nog, die 5-0 zege op Dukla Praag? Zuidema maakte een hattrick. En die onuitwisbare dribbel in Turijn was geen uitzondering, want twee weken eerder tijdens de thuiswedstrijd scoorde Zuidema ook al twee keer. Twente won toen met 3-1 van Juventus.
Inderdaad: twee doelpunten meer dan de Italiaanse tegenstander.
We hebben het eerder gedaan. We gaan het weer doen.
En dat die goal van ÄŒernའvoor één telt maakt niets uit. Het argument dat de UEFA aanvoerde voor de regelwijziging was het afgenomen thuisvoordeel. Dat is het geval in het merendeel van de Europese stadions (en zeker in de ArenA)… maar niet in de Grolsch Veste.
Dus die twee doelpunten: dat zit wel snor. Ook zonder Johan Zuidema.
Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden. Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.