Tussen de linies
Een vuurtoren in een onstuimige zee
In het dorpje Bardsey staat een eeuwenoud gebouw. The Bingley Arms staat er in grote letters op. Het is gemaakt van Yorkshire zandsteen. Het is niet bepaald mooi te noemen. Hoekig en de voegen zijn niet zo netjes afgewerkt. ‘s Avonds, wanneer het donker is, schijnt er een gezellig warm licht door de geruite raampjes. Het is de oudste nog bestaande pub van het Verenigd Koninkrijk.
Op een kwartier rijden van Bardsey, in de wijk Wortsey in Leeds, werd in 1986 een jongen geboren. Zijn ouders noemden hem James Philip en hoewel hij schreeuwend ter aarde kwam, zou hij uitgroeien tot een onverwoestbaar mens, een rots.
James Philip was geen knappe jongen. Zijn gezicht leek wel wat op een borstbeeld dat door een blindeman uit hout was gehakt. Zijn gelaat was hoekig, zijn schouders bonkig. Bovendien had hij grote oren. Zijn bijnaam op de basisschool zou Shrek zijn geweest, ware het niet dat hij opgroeide voordat de film gemaakt werd. Ik kan me trouwens niet voorstellen dat hij gepest werd, want James was zo sterk dat hij zelfs op twaalfjarige leeftijd al een ijzeren staaf op zijn knie kon buigen. Zonder met zijn ogen te knipperen. En zonder te puffen.
James was uitzonderlijk slim; hij ging met de hoogst haalbare cijfers van school. James was ook uitzonderlijk goed in sport; hij vertegenwoordigde zijn school in cricket, voetbal en hardlopen. Hij kon sprinten en duurlopen. Hij was niet alleen de cross-countrykampioen, maar ook de recordhouder op de honderd meter. James was een soort superman, een mutant uit een Marvel comic. Misschien noemden zijn vriendjes hem wel Beast of Wolverine.
Waar het pad van het leven soms voorspelbaar en rechtlijnig kan zijn, komt het uiteindelijk toch uit bij een splitsing. Hetzelfde gold voor James’ levensweg. Hij moest een keuze maken. Cricket, hardlopen of voetbal. Hij koos voor voetbal, maar beleefde ieder van deze sporten binnen het veld, want hoewel hij het prachtige witte tenue van Leeds United droeg, verlegde hij het spel met de nauwkeurige precisie van een cricketspeler. En tijdens iedere wedstrijd liep hij ook nog eens een halve marathon.
Hij debuteerde op zijn zestiende. Op dat moment was hij de op één na jongste debutant in de Premier League. Een maand later scoorde hij zijn eerste doelpunt. Dankzij zijn formidabele loopvermogen dook hij op in de zestien, precies op tijd om een strakke voorzet binnen te werken. Het leverde hem de titel van jongste doelpuntenmaker in de Premier League op. De vorige recordhouder, Wayne Rooney, mocht zijn titel na slechts twee maanden inleveren bij James.
Alles wees erop dat hij een topper zou worden. Waar veel jongeren beginnen te zweven wanneer het goed gaat, zette James zijn noppen nog steviger in de klei. Hij werkte harder dan de rest, bleef nederig en tegelijkertijd zelfverzekerd. Toch had hij het niet alleen aan zijn mentaliteit en loopvermogen te danken dat alle voetbalkenners hem een grote toekomst toedichtten. James was tweebenig en technischer dan alle andere spelers van Leeds United bij elkaar.
Het rommelde bij de club. Leeds United verkeerde in financieel zwaar weer. Het management bepaalde dat de club acuut geld nodig had. James, paradepaard en werkpaard ineen, moest weg. Hij wilde niet. Leeds United was zijn club, de ploeg die hij al van jongs af aan toejuichte, waarvan hij zowel fan als speler was.
Hij ging toch. Newcastle United betaalde 3,4 miljoen pond voor hem. Tegenwoordig een schijntje – je koopt er nog net een Michel Vlap voor – maar in 2004 een serieuze som. James kon niet anders dan het accepteren. Hij deed wat het beste was voor zijn club. In de kleuren van zijn nieuwe team deed hij wat hij altijd deed: hard werken. Niet lullen maar poetsen.
Hij was goed bij Newcastle, maar nog beter bij Aston Villa. Zo goed zelfs dat Manchester City hem oppikte. Dat was in de tijd dat er voor het eerst echt met geld gesmeten werd in het voetbal. De koopzieke Citizens betaalden meer dan 26 miljoen pond voor James. Hij speelde de pannen van het dak en won de FA Cup en de Premier League.
Maar James, gemaakt om tientallen kilometers af te leggen in twee helften van vijfenveertig minuten, zat vaker op de bank dan hem lief was. Het is een leed dat meer spelers delen, zeker spelers van grote ploegen en zeker spelers van Manchester City. In 2015 was hij er klaar mee. James’ contract liep af en hij besloot te tekenen bij Liverpool FC.
Ik ben sinds mijn twaalfde fan van Liverpool en toen mijn club besloot om een bankzitter van Manchester City aan te trekken, twijfelde ik. Goed, hij was transfervrij, maar het was geen speler waarmee ik mijn FIFA-teams vulde of die ik steevast aantrok wanneer ik Football Manager speelde.
Ik had er niet verder naast kunnen zitten.
In de zes jaar dat James bij mijn club speelt heb ik hem zien opdraven als spits, middenvelder, buitenspeler, linksback, rechtsback en zelfs als centrale verdediger. Hij heeft alleen nog niet op doel gestaan, maar ik weet zeker dat wanneer hij de handschoenen van Allison aantrekt, er geen bal langs hem heen komt.
James. James Milner. Hij is als een vuurtoren in een onstuimige zee. Hoe harder de golven tegen hem inbeuken des te standvastiger hij lijkt te worden. Hij is meer dan een houthakker of slot op de deur, beter dan Edgar Davids of Gennaro Gatusso. Hij is veel technischer, sneller, slimmer dan dit type spelers. Eigenlijk kun je hem met niemand vergelijken. Hij staat alleen, alleen op een eiland, als een vuurtoren. Een baken van licht voor zijn ploeg. Blessure? Geen probleem, we gooien James wel op rechtsback. Iets te forceren in de laatste minuten? Hup, jongens gooi James maar in de aanval. Moet er een overwinning over de streep getrokken worden? James! Ben je warm?
Domme vraag. James Milner is altijd warm, altijd klaar om te spelen. Er is niets dat hem van zijn doel doet wijken: winnen. Hij gaat voorop in de strijd, maar staat achteraan tijdens de teamfoto.
Terug naar de pub in Bardsey, niet ver buiten Leeds. James Milner is de The Bingley Arms in een menselijk lichaam. Hoekig en ruw van buiten, warm en verwelkomend vanbinnen. Waar de pub de oudste, meest onverwoestbare drankhal is, is James Milner de meest onverwoestbare voetballer van het Verenigd Koninkrijk. En misschien wel van de wereld. Hij is zesendertig jaar en nog lang niet klaar.
◼︎
Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden. Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.
Op een kwartier rijden van Bardsey, in de wijk Wortsey in Leeds, werd in 1986 een jongen geboren. Zijn ouders noemden hem James Philip en hoewel hij schreeuwend ter aarde kwam, zou hij uitgroeien tot een onverwoestbaar mens, een rots.
James Philip was geen knappe jongen. Zijn gezicht leek wel wat op een borstbeeld dat door een blindeman uit hout was gehakt. Zijn gelaat was hoekig, zijn schouders bonkig. Bovendien had hij grote oren. Zijn bijnaam op de basisschool zou Shrek zijn geweest, ware het niet dat hij opgroeide voordat de film gemaakt werd. Ik kan me trouwens niet voorstellen dat hij gepest werd, want James was zo sterk dat hij zelfs op twaalfjarige leeftijd al een ijzeren staaf op zijn knie kon buigen. Zonder met zijn ogen te knipperen. En zonder te puffen.
James was uitzonderlijk slim; hij ging met de hoogst haalbare cijfers van school. James was ook uitzonderlijk goed in sport; hij vertegenwoordigde zijn school in cricket, voetbal en hardlopen. Hij kon sprinten en duurlopen. Hij was niet alleen de cross-countrykampioen, maar ook de recordhouder op de honderd meter. James was een soort superman, een mutant uit een Marvel comic. Misschien noemden zijn vriendjes hem wel Beast of Wolverine.
Waar het pad van het leven soms voorspelbaar en rechtlijnig kan zijn, komt het uiteindelijk toch uit bij een splitsing. Hetzelfde gold voor James’ levensweg. Hij moest een keuze maken. Cricket, hardlopen of voetbal. Hij koos voor voetbal, maar beleefde ieder van deze sporten binnen het veld, want hoewel hij het prachtige witte tenue van Leeds United droeg, verlegde hij het spel met de nauwkeurige precisie van een cricketspeler. En tijdens iedere wedstrijd liep hij ook nog eens een halve marathon.
Hij debuteerde op zijn zestiende. Op dat moment was hij de op één na jongste debutant in de Premier League. Een maand later scoorde hij zijn eerste doelpunt. Dankzij zijn formidabele loopvermogen dook hij op in de zestien, precies op tijd om een strakke voorzet binnen te werken. Het leverde hem de titel van jongste doelpuntenmaker in de Premier League op. De vorige recordhouder, Wayne Rooney, mocht zijn titel na slechts twee maanden inleveren bij James.
Alles wees erop dat hij een topper zou worden. Waar veel jongeren beginnen te zweven wanneer het goed gaat, zette James zijn noppen nog steviger in de klei. Hij werkte harder dan de rest, bleef nederig en tegelijkertijd zelfverzekerd. Toch had hij het niet alleen aan zijn mentaliteit en loopvermogen te danken dat alle voetbalkenners hem een grote toekomst toedichtten. James was tweebenig en technischer dan alle andere spelers van Leeds United bij elkaar.
Het rommelde bij de club. Leeds United verkeerde in financieel zwaar weer. Het management bepaalde dat de club acuut geld nodig had. James, paradepaard en werkpaard ineen, moest weg. Hij wilde niet. Leeds United was zijn club, de ploeg die hij al van jongs af aan toejuichte, waarvan hij zowel fan als speler was.
Hij ging toch. Newcastle United betaalde 3,4 miljoen pond voor hem. Tegenwoordig een schijntje – je koopt er nog net een Michel Vlap voor – maar in 2004 een serieuze som. James kon niet anders dan het accepteren. Hij deed wat het beste was voor zijn club. In de kleuren van zijn nieuwe team deed hij wat hij altijd deed: hard werken. Niet lullen maar poetsen.
Hij was goed bij Newcastle, maar nog beter bij Aston Villa. Zo goed zelfs dat Manchester City hem oppikte. Dat was in de tijd dat er voor het eerst echt met geld gesmeten werd in het voetbal. De koopzieke Citizens betaalden meer dan 26 miljoen pond voor James. Hij speelde de pannen van het dak en won de FA Cup en de Premier League.
Maar James, gemaakt om tientallen kilometers af te leggen in twee helften van vijfenveertig minuten, zat vaker op de bank dan hem lief was. Het is een leed dat meer spelers delen, zeker spelers van grote ploegen en zeker spelers van Manchester City. In 2015 was hij er klaar mee. James’ contract liep af en hij besloot te tekenen bij Liverpool FC.
Ik ben sinds mijn twaalfde fan van Liverpool en toen mijn club besloot om een bankzitter van Manchester City aan te trekken, twijfelde ik. Goed, hij was transfervrij, maar het was geen speler waarmee ik mijn FIFA-teams vulde of die ik steevast aantrok wanneer ik Football Manager speelde.
Ik had er niet verder naast kunnen zitten.
In de zes jaar dat James bij mijn club speelt heb ik hem zien opdraven als spits, middenvelder, buitenspeler, linksback, rechtsback en zelfs als centrale verdediger. Hij heeft alleen nog niet op doel gestaan, maar ik weet zeker dat wanneer hij de handschoenen van Allison aantrekt, er geen bal langs hem heen komt.
James. James Milner. Hij is als een vuurtoren in een onstuimige zee. Hoe harder de golven tegen hem inbeuken des te standvastiger hij lijkt te worden. Hij is meer dan een houthakker of slot op de deur, beter dan Edgar Davids of Gennaro Gatusso. Hij is veel technischer, sneller, slimmer dan dit type spelers. Eigenlijk kun je hem met niemand vergelijken. Hij staat alleen, alleen op een eiland, als een vuurtoren. Een baken van licht voor zijn ploeg. Blessure? Geen probleem, we gooien James wel op rechtsback. Iets te forceren in de laatste minuten? Hup, jongens gooi James maar in de aanval. Moet er een overwinning over de streep getrokken worden? James! Ben je warm?
Domme vraag. James Milner is altijd warm, altijd klaar om te spelen. Er is niets dat hem van zijn doel doet wijken: winnen. Hij gaat voorop in de strijd, maar staat achteraan tijdens de teamfoto.
Terug naar de pub in Bardsey, niet ver buiten Leeds. James Milner is de The Bingley Arms in een menselijk lichaam. Hoekig en ruw van buiten, warm en verwelkomend vanbinnen. Waar de pub de oudste, meest onverwoestbare drankhal is, is James Milner de meest onverwoestbare voetballer van het Verenigd Koninkrijk. En misschien wel van de wereld. Hij is zesendertig jaar en nog lang niet klaar.
◼︎
Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden. Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.