Tussen de linies
Swingende heupen
Maandagochtend, vijf uur. Heinrich loopt een rondje met zijn herdershond, Mickey. Kreuzberg slaapt. Alleen zijn voetstappen die op de vierkante kasseien van de stoep tikken, doorbreken de stilte.
Mickey tilt een van zijn achterpoten op. Dan stopt hij met het doen van zijn behoefte. Het dier kantelt zijn kop en gromt. Heinrich kijkt op. Er loopt een man over straat. Hij is op zijn zachts gezegd stomdronken en zwalkt van links naar rechts als een klepel in een klok.
De drunkenlap stopt om de graffiti te bekijken die op een muur geklad is. Hij gniffelt en mompelt iets in een voor Heinrich onverstaanbare taal. De Kreuzberger zet zich schrap. Hij zou niet de eerste zijn die overvallen wordt in donker Berlijn. Gelukkig heeft hij Mickey bij zich.
De zatlap is hem inmiddels op drie meter genaderd. Hij draagt een capuchon en loopt gebogen. Dan ziet hij Heinrich staan. Nadat hij een paar onvaste stappen in Heinrichs richting gezet heeft, haalt de Kreuzberger zijn neus op. De man riekt naar drank.
“Wie komme ich am schnellsten nach … Charlottenburg?” Zijn Duits is geneveld in een moeilijk verstaanbaar accent.De bezopen man wankelt even, lijkt te twijfelen, maar doet zijn capuchon af.
Zijn glimlach is ontwapenend.
Heinrich weet dat hij niets te vrezen heeft, maar schrikt toch. Hij kijkt namelijk recht in de ogen van de man wiens naam en daden hij dit weekeinde nog bezongen heeft in het Olympiastadion. Hij staat oog in oog met Marcelinho Paraàba, de nummer tien van zijn Hertha BSC.
Heinrich belt meteen een taxi. De volgende avond baalt hij dat hij geen foto genomen heeft van zijn idool, want zijn vrienden in de Stam Kneipe geloven geen woord van zijn verhaal.
Toch had dit best eens waargebeurd kunnen zijn. Marcelinho Paraàba hing namelijk geregeld op zondagavond de beest uit in Berlijn. Op het veld was hij op en top professional. Daarbuiten … allesbehalve.
Laat ik eens beginnen met zijn daden op het veld. Hij was eigenlijk de perfecte nummer tien. Lichtvoetig, razendsnel en met een loepzuivere linker. Hij kon scoren en passen. Een op een met de keeper zag je hem stiften, dribbelen, plaatsten, wachten, maar eigenlijk altijd scoren.
Nadat hij Sao Paolo kampioen had gemaakt, verhuisde hij naar Marseille. Zes maanden later zat hij echter alweer op de vlucht huiswaarts. Aanpassingsproblemen. Daar kom ik later nog op terug.
Maar zoals voor veel Zuid-Amerikaanse voetballers geldt, tegen Europa is het moeilijk nee zeggen en toen Hertha BSC aanklopte, hapte Marcelinho toe.
Het werd een sprookjeshuwelijk. Hij scoorde dertien keer in zijn eerste seizoen en leidde Hertha naar een vierde plek in de Bundesliga. Daarnaast stelde hij meerdere keren eindzege in de Ligapokal veilig.
Maar zelfs in een sprookjeshuwelijk kan er iets spaak lopen. Marcelinho hield van een feestje en dat wekte irritatie op bij vrouwlief Hertha. Hij werd ooit door de staf van de club uit een kroeg gesleurd op de avond voor de kraker tegen HSV. Zijn nachtelijke escapades kwamen hem op meerdere boetes te staan. Tijdens het kerstreces en de zomervakantie keerde hij terug naar Brazilië. Nooit kwam hij op tijd terug.
Je kunt je afvragen waarom Hertha BSC zulk gedrag tolereerde. Het zit zo: hoewel Marcelinho zoop en feestte totdat hij niet meer kon, zorgde hij goed voor zijn lichaam. Hij was altijd topfit, nooit te zwaar en daar kwam nog bij dat hij verreweg de beste speler was.
Hij was zelfs zo goed dat Felipe Scolari hem selecteerde voor het WK in Zuid-Korea en Japan. Een dronken autorit zonder gordel en een nacht in de gevangenis gooiden echter roet in het eten.
Het past wel bij het verhaal van Marcelinho Paraàba, die meer dan vijf jaar voor Hertha uitkwam. Het is de club waar hij langst onafgebroken onder contract heeft gestaan en hoewel hij voetballend gezien zeker hogerop kon, is het niet gek dat hij bleef.
Waar anders dan in Berlijn kun je ieder uur van de week een club in? De drank is goed geprijsd en de mensen zijn dorstig. Alle ingrediënten voor een goed feest zijn aanwezig. Als een gespierde man met soepele heupen, kun je de Heidi’s niet van je afslaan.
Daarom mislukte het waarschijnlijk in Marseille. Ik zie het zo voor me hoe Marcelinho na een verloren wedstrijd over de havenkade loopt op zoek naar een feestje en niets anders vindt dan een schunnige bar vol schippers met een ankertattoo.
En dat brengt mijn gedachten naar mijn eigen club. Hoewel ik niets liever wil, denk ik niet dat FC Twente lang van een speler als Marcelinho zou kunnen genieten, want – hoewel het bier hier ook betaalbaar is en de mensen het zeker lusten – op zondagavond kun je alleen terecht in Saasveld, bij Dancing Bruins. En het is best lastig om je heupen te laten swingen op de melodietjes van Jannes.
Zelfs na heel veel bier.
◼︎
Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden.
Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.
Mickey tilt een van zijn achterpoten op. Dan stopt hij met het doen van zijn behoefte. Het dier kantelt zijn kop en gromt. Heinrich kijkt op. Er loopt een man over straat. Hij is op zijn zachts gezegd stomdronken en zwalkt van links naar rechts als een klepel in een klok.
De drunkenlap stopt om de graffiti te bekijken die op een muur geklad is. Hij gniffelt en mompelt iets in een voor Heinrich onverstaanbare taal. De Kreuzberger zet zich schrap. Hij zou niet de eerste zijn die overvallen wordt in donker Berlijn. Gelukkig heeft hij Mickey bij zich.
De zatlap is hem inmiddels op drie meter genaderd. Hij draagt een capuchon en loopt gebogen. Dan ziet hij Heinrich staan. Nadat hij een paar onvaste stappen in Heinrichs richting gezet heeft, haalt de Kreuzberger zijn neus op. De man riekt naar drank.
“Wie komme ich am schnellsten nach … Charlottenburg?” Zijn Duits is geneveld in een moeilijk verstaanbaar accent.De bezopen man wankelt even, lijkt te twijfelen, maar doet zijn capuchon af.
Zijn glimlach is ontwapenend.
Heinrich weet dat hij niets te vrezen heeft, maar schrikt toch. Hij kijkt namelijk recht in de ogen van de man wiens naam en daden hij dit weekeinde nog bezongen heeft in het Olympiastadion. Hij staat oog in oog met Marcelinho Paraàba, de nummer tien van zijn Hertha BSC.
Heinrich belt meteen een taxi. De volgende avond baalt hij dat hij geen foto genomen heeft van zijn idool, want zijn vrienden in de Stam Kneipe geloven geen woord van zijn verhaal.
Toch had dit best eens waargebeurd kunnen zijn. Marcelinho Paraàba hing namelijk geregeld op zondagavond de beest uit in Berlijn. Op het veld was hij op en top professional. Daarbuiten … allesbehalve.
Laat ik eens beginnen met zijn daden op het veld. Hij was eigenlijk de perfecte nummer tien. Lichtvoetig, razendsnel en met een loepzuivere linker. Hij kon scoren en passen. Een op een met de keeper zag je hem stiften, dribbelen, plaatsten, wachten, maar eigenlijk altijd scoren.
Nadat hij Sao Paolo kampioen had gemaakt, verhuisde hij naar Marseille. Zes maanden later zat hij echter alweer op de vlucht huiswaarts. Aanpassingsproblemen. Daar kom ik later nog op terug.
Maar zoals voor veel Zuid-Amerikaanse voetballers geldt, tegen Europa is het moeilijk nee zeggen en toen Hertha BSC aanklopte, hapte Marcelinho toe.
Het werd een sprookjeshuwelijk. Hij scoorde dertien keer in zijn eerste seizoen en leidde Hertha naar een vierde plek in de Bundesliga. Daarnaast stelde hij meerdere keren eindzege in de Ligapokal veilig.
Maar zelfs in een sprookjeshuwelijk kan er iets spaak lopen. Marcelinho hield van een feestje en dat wekte irritatie op bij vrouwlief Hertha. Hij werd ooit door de staf van de club uit een kroeg gesleurd op de avond voor de kraker tegen HSV. Zijn nachtelijke escapades kwamen hem op meerdere boetes te staan. Tijdens het kerstreces en de zomervakantie keerde hij terug naar Brazilië. Nooit kwam hij op tijd terug.
Je kunt je afvragen waarom Hertha BSC zulk gedrag tolereerde. Het zit zo: hoewel Marcelinho zoop en feestte totdat hij niet meer kon, zorgde hij goed voor zijn lichaam. Hij was altijd topfit, nooit te zwaar en daar kwam nog bij dat hij verreweg de beste speler was.
Hij was zelfs zo goed dat Felipe Scolari hem selecteerde voor het WK in Zuid-Korea en Japan. Een dronken autorit zonder gordel en een nacht in de gevangenis gooiden echter roet in het eten.
Het past wel bij het verhaal van Marcelinho Paraàba, die meer dan vijf jaar voor Hertha uitkwam. Het is de club waar hij langst onafgebroken onder contract heeft gestaan en hoewel hij voetballend gezien zeker hogerop kon, is het niet gek dat hij bleef.
Waar anders dan in Berlijn kun je ieder uur van de week een club in? De drank is goed geprijsd en de mensen zijn dorstig. Alle ingrediënten voor een goed feest zijn aanwezig. Als een gespierde man met soepele heupen, kun je de Heidi’s niet van je afslaan.
Daarom mislukte het waarschijnlijk in Marseille. Ik zie het zo voor me hoe Marcelinho na een verloren wedstrijd over de havenkade loopt op zoek naar een feestje en niets anders vindt dan een schunnige bar vol schippers met een ankertattoo.
En dat brengt mijn gedachten naar mijn eigen club. Hoewel ik niets liever wil, denk ik niet dat FC Twente lang van een speler als Marcelinho zou kunnen genieten, want – hoewel het bier hier ook betaalbaar is en de mensen het zeker lusten – op zondagavond kun je alleen terecht in Saasveld, bij Dancing Bruins. En het is best lastig om je heupen te laten swingen op de melodietjes van Jannes.
Zelfs na heel veel bier.
◼︎
Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden.
Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.