Tussen de linies

Voetbal is leven, maar…

Tom Luttikhuis 27 april 2024, 01:22
Voetbal is leven. We zijn er allemaal door geobsedeerd. Neem het WK bijvoorbeeld. Al jarenlang zitten miljoenen mensen nagelbijtend voor de televisie of radio tijdens het wereldkampioenschap. Of het nou 1958 in een buitenwijk van Rio De Janeiro is, waarin men met bibberende knieën een glas cachaà§a wegtikt terwijl een radiocommentator joelt dat Garrincha weer eens een linksachter passeert. Of het is 1998 en Jack Van Gelder schreeuwt twintig keer de naam van een blonde jongen uit Amsterdam door zijn microfoon. Het maakt niets uit, want tijdens een WK zijn we verslaafd aan voetbal.

Het houdt het ons in zijn greep; elf spelers in de ene kleur tegen elf in een andere kleur, en daartussenin een witte bal met zwarte stippen. Wekenlang leven we ernaar toe en kunnen niets anders dan wachten totdat onze helden spelen, vervolgens zien we negentig minuten af, om uiteindelijk weer knarsetandend te wachten op de volgende wedstrijd. Als er een goal wordt gemaakt omhelzen we iedereen die we omhelzen kunnen: vrienden, broers, zussen en een vreemdeling op het marktplein.

Voetbal is leven.

Ook in Colombia tijdens het WK van 1994. Op 18 juni speelden Los Cafeteros hun eerste wedstrijd, waarin Roemenië dankzij onder meer een doelpunt van Gheorghe Hagi aan het langste eind trok. Werk aan de winkel dus voor Colombia. Het volk maakte zich zorgen. Bogotà¡, Medellà­n, Cali; de inwoners van alle grote steden van het land waren als een kraken onder een kalm wateroppervlak: bloeddorstig, monsterlijk en levensgevaarlijk, maar onzichtbaar voor schippers en niet meer dan een demon uit een bange droom.
Die droom werd werkelijkheid op 22 juni in Pasadena, vlak buiten Los Angeles, waar Colombia tegen de VS speelde. De stadionklok gaf aan dat er 34 minuten gespeeld waren. John Harkes, de nummer zes van de Verenigde Staten, gaf een vroege voorzet. In de zestien strekte Andrés Escobar, centrale verdediger van beroep, zijn uitschuifbeen uit. Hij onderschepte de voorzet en voorkwam daarmee een intikker voor de spits die hij moest dekken die dag. In eerste instantie voelde El Caballero, wat vrij vertaald De Gentleman betekent, zich opgelucht omdat hij wist dat hij de voorzet had tegengehouden … maar op het moment dat het leer zijn schoen raakte, kneep een vuist al zijn ingewanden samen. Escobar moest lijdzaam toezien hoe de bal langs zijn doelman rolde en de achterlijn passeerde. ‘GOL’, riep de commentator verschrikt. ‘GOL. GOL. GOL. GOL. GOL.’ Maar wel in het verkeerde doel.

Duizenden kilometers verderop, in Colombia, brulden de zeemonsters van ongenoegen; hun levensgevaarlijke tentakels sloegen wild om zich heen, mikkend op alles wat binnen bereik was. Tafels, stoelen, glazen, een televisie. Veel meubilair haalde het einde van de wedstrijd niet.
Maar de klok van het stadion in Pasadena tikte door en er was nog tijd genoeg om de ongelukkige interceptie van Escobar goed te maken. Onder aanvoering van Carlos Valderrama, die zijn team als een veldmaarschalk op het vijandelijke doel afstuurde, vocht Colombia voor wat het waard was. Ze kwamen met goede moed uit de kleedkamer, maar toen Earnest Stewart in de vijftigste minuut een dieptepass beheerst afrondde, viel er een schaduw over de geelhemden. Ondanks een late aansluitingstreffer konden ze een tweede nederlaag niet voorkomen. Het WK was voorbij en daarmee vervlogen 35 miljoen dromen.

Voetbal is leven.

Een week later vloog de selectie terug naar huis. Andrés Escobar reisde af naar zijn thuishaven in de door bergen omgeven metropool Medellà­n. Ze zeggen dat het er altijd lente is; de temperatuur is er het hele jaar door perfect. Het is niet zo warm en vochtig als in Cartagena – waar zelfs het likken van een ijsje genoeg is om druppels van je hoofd te laten gutsen – en het is er niet zo koud en nat als het in Bogotà¡ kan zijn. Eenmaal thuis stuurde Escobar een open brief naar de lokale krant. Hij schreef dat het leven doorging. Zijn woorden waren vorstelijk en vroegen – zoals het een ware gentleman betaamd – om een volksverzoening in het door drugsgeweld geteisterde land. Hij zei dat het Colombiaanse volk moest herrijzen, als een feniks uit de as, ongeacht alle tegenslag. Hij benadrukte hoe belangrijk het was om angst niet te laten overheersen, omdat geweld dan zou winnen. In plaats daarvan pleitte hij voor respect.

Een paar dagen later besloot Andrés Escobar een paar biertjes te drinken met zijn vrienden. Het voetbalseizoen was voorbij en hij had tenslotte vakantie. Het gezelschap struinde een paar kroegstraatjes af, vergezeld door palmbomen en salsamuziek. De avond was aangenaam in Medellà­n. De temperatuur is er het hele jaar door perfect. Het temperament niet.
Later die nacht. Escobar wachtte in zijn auto op zijn vrienden. Een donkere schim kwam voor het zijraampje staan. Nog voordat Escobar zijn hoofd oprichten kon, spatte het glas uiteen; een kogel raakte hem in zijn borst; een norse stem riep ‘GOL’; vijf kogels volgden, allen vergezeld door een hysterische roep die de commentator van de wedstrijd tegen de Verenigde Staten imiteerde. Escobar had maar een paar tellen nodig om te sterven. Het leven lekte uit hem weg, ongewild maar onomkeerbaar, als een bal die traag op de verkeerde doellijn afrolt.

Later die avond werd een bodyguard, die werkte voor machtige drugkartels, gearresteerd. Hij bekende de moord en kreeg drieënveertig jaar celstraf opgelegd. Daarvan zat hij er elf uit. Het gerucht dat de kartels veel geld verloren in weddenschappen op de wedstrijd tussen Colombia en de Verenigde Staten is nooit bewezen.

Wat wel bewezen is, is dat voetbal lange tentakels heeft; sterke armen die naar alle lagen van de samenleving grijpen, van de armste sloppenwijk tot de grootste drugsvilla. Iedereen; jong en oud, man of vrouw, is erdoor geobsedeerd; zeker tijdens een WK.

Voetbal is leven, maar voor Andrés Escobar werd het zijn dood.

Tom Luttikhuis is sportfanaat. Schrijven is zijn grote passie. Tekenen doet hij al sinds zijn jeugd. Voor TKKR schrijft hij verhalen over bekende en minder bekende (Twentse) sporthelden.
Op zijn website www.akkapanna.com is meer werk van hem te lezen en te zien.