New(s)
Pad naar energietransitie in 2030 vol hobbels en valkuilen
Pad naar energietransitie in 2030 vol hobbels en valkuilen
‘We wisten vooraf dat de lat hoog lag om tot een voorstel te komen in een relatief korte tijd. De RES Twente 1.0 is een belangrijke eerste stap op weg naar 2030 en verder.’ Dat zei Louis Koopman, voorzitter van de stuurgroep RES (Regionale Energie Strategie) Twente bij de oplevering van de RES Twente 1.0 aan het Nationaal Programma RES. De RES Twente 1.0 is vastgesteld door 12 Twentse gemeenteraden, het Algemeen Bestuur van de waterschappen Vechtstromen, Rijn & IJssel en Drents Overijsselse Delta en Provinciale Staten.
Daarmee is er steun voor de regionale koers voor een lange termijn samenwerking in Twente om elektriciteit duurzaam op te wekken (1,5 TWh) en de warmtetransitie te realiseren. Zo draagt ook deze regio bij aan de doelen uit het Nationaal Klimaatakkoord en het verminderen van de CO2-uitstoot. Hierbij dient overigens wel te worden aangetekend, dat de gemeenteraad van Enschede de definitieve besluitvorming voor zich heeft uitgeschoven en dat de gemeenteraad van Rijssen-Holten nu niet wil instemmen met de RES Twente 1.0. De gemeenteraad van Rijssen-Holten koppelt de besluitvorming aan de resultaten het participatieproces in de gemeente. Het College van B&W van de gemeente Rijssen-Holten steunt wel de gezamenlijke ambitie om 1,5 TWh duurzaam op te wekken en de warmtetransitie te realiseren. In Provinciale Staten van Overijssel stemde onlangs het CDA – waarschijnlijk om politiek-strategische redenen – tegen de Regionale Energiestrategie.
Betrokkenheid
De volksvertegenwoordigers hebben bij vaststelling aandacht gevraagd voor onder meer de betrokkenheid van de omgeving in het proces, gezondheid en landschappelijke inpassing. Louis Koopman: ‘Op weg naar RES Twente 2.0 is volop aandacht voor de uitwerking hiervan én voor de uitwerking van onze ambitie mits er landelijk middelen beschikbaar komen voor de financiering van de uitvoering van de RES 1.0.’ Hij vervolgt: ‘Zo gaan we aan de slag met een regionale plan-MER. Dit was al opgenomen als vervolgstap in de RES Twente 1.0. en sluit ook aan bij de uitspraak van de Raad van State en de reactie van de staatssecretaris hierop. Verder houden we de resultaten van de onderzoeken van het RIVM nauwlettend in de gaten en trekken samen op met de GGD Twente als het gaat om de volksgezondheid. Zo brengen we milieu- en gezondheidseffecten vroegtijdig in beeld, kan een lokale doorvertaling worden gemaakt en kunnen we waar nodig het proces bijsturen.’
Pittige opgave
De RES Twente 1.0 is een regionale strategische koers voor 2030 die zich richt op een haalbare en betaalbare energietransitie, mét oog voor de verschillende belangen en andere maatschappelijke opgaven. Louis Koopan: ‘Dat is een pittige opgave, die we alleen samen kunnen realiseren. Daarom versterkt de RES Twente de komende jaren de samenwerking met de omgeving. Dit geven we samen met de gemeenten en een vertegenwoordiging van de belanghebbenden vorm. Ook zal een optimalisatieslag plaatsvinden door middel van subregionale samenwerking, zodat de energietransitie betaalbaar is voor iedereen én onze ambities kunnen worden gerealiseerd.’
Ambitie
Intussen houdt de RES Twente vast aan de gezamenlijke ambitie om 1,5 TWh elektriciteit duurzaam op te wekken. Dat moet gerealiseerd worden met zoveel mogelijk met zon op dak. Maar ook wordt gekeken naar de mogelijkheden van windturbines en zonnevelden, bijvoorbeeld nabij bedrijventerreinen, hoofdwegen, kanalen en spoorwegen. Voor de warmte-opgave geldt dat de partners van RES Twente een warmte-infrastructuur realiseren door bestaande warmtenetten te verbinden en met nieuwe warmtenetten uit te breiden. Zo kunnen wijken haalbaar en betaalbaar aardgasvrij verwarmd worden. Vooralsnog participeren enkel de gemeenten Enschede, Hengelo en Borne in dit regionale warmtenet van Twence. De gemeenten Almelo, Oldenzaal en Haaksbergen haakten na een verkenning voorlopig af, maar houden de mogelijkheid open om in de toekomst alsnog aan te haken. Intussen wordt de potentie van biogas/groengas onderzocht voor het verwarmen van woningen en bedrijven in plattelandsgemeenten, het buitengebied en andere gebouwen die niet op een andere betaalbare wijze verwarmd kunnen worden.