Ben Siemerink, hoofdredacteur TKKR
Leren luisteren in verwarrende tijden
Op het gevaar af, dat ik ook iedereen over me heen krijg, zeg ik het hier toch maar gewoon.
Ik ben behoorlijk in de war.
Toen John de Mol zich in soortgelijke bewoordingen uitliet nadat Tim Hofman het deksel van de Voice-beerput had gelicht, kreeg hij van alle kanten de wind van voren. Zelfs van de vrouwen uit z’n eigen bedrijf, die hun grote baas fijntjes de les lazen in een paginagrote advertentie. Nota bene in het landelijke dagblad waarmee hij al een tijdje flink in de clinch ligt.
Alles lijkt plots te gaan schuiven. Wie moet je nog geloven? Wat moet je nog geloven?
In het radioprogramma Spraakmakers, waarin elke ochtend telefonisch de stem des volks doorklinkt, meldde zich deze week ene Bas Baggerman. Het eerste wat ik dacht, toen ik die naam hoorde: is het de een of andere grapjurk toch gelukt met een doorzichtige fake naam de redactie te misleiden om live op de radio de walmende beerput bij The Voice eens flink te bagatelliseren. Zeg nou zelf: een achternaam met bagger er in en dan ook nog het fijn allitererende Bas als voornaam. Mijn argwaan werd nog eens versterkt, toen beller Baggerman werd aangekondigd als ‘mannencoach’. Wat de goede man te berde bracht, kreeg ik helaas niet mee, want ik stond al met de jas aan om de deur uit te lopen.
Later, voor alle zekerheid, toch maar even gegoogled. En wat blijkt? Bas Baggerman bestaat gewoon. Sterker nog, hij heeft een eigen praktijk als mannencoach. Baggerman omschrijft zichzelf als ‘toegewijd, openhartig en direct, intuïtief, empathisch, krachtig en intelligent’. Maar ook als een man ‘met humor’. Kom er maar eens om als man zijnde, dacht ik, m’n eigen tekortkomingen overziend in deze verwarrende tijden.
De verwarring nam vervolgens in ernstige mate toe door berichtgeving over een RIVM-rapport over de uitstoot van schadelijke stoffen door Tata Steel. Die blijkt namelijk vele, vele malen hoger (soms tot een factor 1000!) dan het bedrijf ons – maar vooral ook omwonenden – middels eigen rapporten al jarenlang wil doen geloven. Opnieuw de vraag, wie moet je nog geloven? Ik ben hier toch geneigd het RIVM het voordeel van de twijfel te geven. Al was het maar omdat ik op de radio een omwonende onder de grafietregens van Tata een treurigstemmende opsomming hoorde maken van mensen in zijn directe omgeving, die aan verschillende vormen van kanker waren overleden. En vervolgens in de krant las dat een woordvoerder van de vervuiler – met zo mogelijk nog minder empathie dan John de Mol – verklaarde het heel ‘erg’ te vinden dat de omwonenden zich zorgen maakten.
Op zaterdagmiddag is bij mij de verwarring compleet als in het radioprogramma Spijkers met Koppen het veelbelovende bandje Faske optreedt. Het bandje, waarvan ik de zanger/tekstschrijver eerder hoorde zeggen dat hij vooral geïnspireerd is door Nederpopmastodonten als Boudewijn de Groot en Doe Maar, trapt af met song met de intrigerende titel ‘Jij belt mij alleen wanneer jij dronken bent’. In het refrein zingt hij dan:
Weer een glaasje teveel, weer een glaasje teveel
En ik weet weet wat ze wil, yeah ik weet wat ze wil.
Wat moet ik hier nou weer van denken, als witte man van zekere leeftijd? De verwarring neemt nog toe als ik presentatrice Willemijn Veenhoven hoor zeggen dat ze het prachtig vindt. Vooral de tekst. Kennelijk moet ik beter leren luisteren. Net als John de Mol. En z’n zoon Johnny.
Verwarrend.
Ben Siemerink
Ik ben behoorlijk in de war.
Toen John de Mol zich in soortgelijke bewoordingen uitliet nadat Tim Hofman het deksel van de Voice-beerput had gelicht, kreeg hij van alle kanten de wind van voren. Zelfs van de vrouwen uit z’n eigen bedrijf, die hun grote baas fijntjes de les lazen in een paginagrote advertentie. Nota bene in het landelijke dagblad waarmee hij al een tijdje flink in de clinch ligt.
Alles lijkt plots te gaan schuiven. Wie moet je nog geloven? Wat moet je nog geloven?
In het radioprogramma Spraakmakers, waarin elke ochtend telefonisch de stem des volks doorklinkt, meldde zich deze week ene Bas Baggerman. Het eerste wat ik dacht, toen ik die naam hoorde: is het de een of andere grapjurk toch gelukt met een doorzichtige fake naam de redactie te misleiden om live op de radio de walmende beerput bij The Voice eens flink te bagatelliseren. Zeg nou zelf: een achternaam met bagger er in en dan ook nog het fijn allitererende Bas als voornaam. Mijn argwaan werd nog eens versterkt, toen beller Baggerman werd aangekondigd als ‘mannencoach’. Wat de goede man te berde bracht, kreeg ik helaas niet mee, want ik stond al met de jas aan om de deur uit te lopen.
Later, voor alle zekerheid, toch maar even gegoogled. En wat blijkt? Bas Baggerman bestaat gewoon. Sterker nog, hij heeft een eigen praktijk als mannencoach. Baggerman omschrijft zichzelf als ‘toegewijd, openhartig en direct, intuïtief, empathisch, krachtig en intelligent’. Maar ook als een man ‘met humor’. Kom er maar eens om als man zijnde, dacht ik, m’n eigen tekortkomingen overziend in deze verwarrende tijden.
De verwarring nam vervolgens in ernstige mate toe door berichtgeving over een RIVM-rapport over de uitstoot van schadelijke stoffen door Tata Steel. Die blijkt namelijk vele, vele malen hoger (soms tot een factor 1000!) dan het bedrijf ons – maar vooral ook omwonenden – middels eigen rapporten al jarenlang wil doen geloven. Opnieuw de vraag, wie moet je nog geloven? Ik ben hier toch geneigd het RIVM het voordeel van de twijfel te geven. Al was het maar omdat ik op de radio een omwonende onder de grafietregens van Tata een treurigstemmende opsomming hoorde maken van mensen in zijn directe omgeving, die aan verschillende vormen van kanker waren overleden. En vervolgens in de krant las dat een woordvoerder van de vervuiler – met zo mogelijk nog minder empathie dan John de Mol – verklaarde het heel ‘erg’ te vinden dat de omwonenden zich zorgen maakten.
Op zaterdagmiddag is bij mij de verwarring compleet als in het radioprogramma Spijkers met Koppen het veelbelovende bandje Faske optreedt. Het bandje, waarvan ik de zanger/tekstschrijver eerder hoorde zeggen dat hij vooral geïnspireerd is door Nederpopmastodonten als Boudewijn de Groot en Doe Maar, trapt af met song met de intrigerende titel ‘Jij belt mij alleen wanneer jij dronken bent’. In het refrein zingt hij dan:
Weer een glaasje teveel, weer een glaasje teveel
En ik weet weet wat ze wil, yeah ik weet wat ze wil.
Wat moet ik hier nou weer van denken, als witte man van zekere leeftijd? De verwarring neemt nog toe als ik presentatrice Willemijn Veenhoven hoor zeggen dat ze het prachtig vindt. Vooral de tekst. Kennelijk moet ik beter leren luisteren. Net als John de Mol. En z’n zoon Johnny.
Verwarrend.
Ben Siemerink