Ben Siemerink, hoofdredacteur TKKR
Onder welke vlag worden boeren boos?
De regionale courant vatte het met een foto-collage van protestborden in noord-oost Twente nog eens kernachtig samen: we zijn boos en we zijn overal tegen. Kleine greep uit de uitingen van onvrede en protest: we zijn tegen zonneparken, het dumpen van afvalwater, windturbines, vakantieparken…En dan heb ik ’t nog niet over al die omgekeerde vlaggen. Ooit de vlag op de mestkar van boze boeren, maar inmiddels gekaapt door in de fabeltjesfuik verdwaalde volgers van zelfverklaarde Messiassen als Engel en Baudet.
Die omgekeerde vlag is inmiddels overal. Op het Twentse platteland, natuurlijk. Maar ook kilometers lang langs de A1, als je via Deventer naar het Westen rijdt. Op Prinsjesdag leken de omgekeerde vlagen op strategische plekken dominanter aanwezig dan het oranje van de doorgaans beschaafd zwijgende meerderheid van konings- c.q. Mà¡xima-gezinden. Meest pregnante beeld: de oude prinses Beatrix, die vanachter een raam een glimp probeerde op te vangen van zoon, schoondochter en kleindochter in de Glazen Koets, voor de tv-kijker grotendeels aan het oog onttrokken door het bovenste blauw van de nationale driekleur.
Dat de omgekeerde vlag inmiddels salonfà¤hig is geworden, bleek direct na de Prinsjesdag-uitzending bij de publieke omroep. Omdat ik nog even bleef hangen, viel ik midden in een als een keurige actualiteitenrubriek vermomde uitzending van Ongehoord Nederland. Daar ging Thierry Baudet – de omgekeerde vlag als speldje op z’n revers – weer eens vol op de hondenfluit met allerlei krankzinnige complottheorieën waar voor iedereen buiten de fabeltjesfuik geen touw aan vast te knopen viel. Maar die er wel in gingen als het spreekwoordelijke woord van God in een ouderling bij de twee hoogblonde paspoppen achter de desk, die bijkans in katzwijm vielen bij alles wat de Grote Leider schuimbekkend te berde bracht. De enige van wie Baudet nog enig weerwerk kreeg, was een van de kudde afgedwaalde lokale SGP’er in een gemeente ergens op de Veluwe…
En toen moest het moment nog komen dat deze twijfel en verdeeldheid zaaiende, ontwrichtende retoriek– in eerste instantie onweersproken - ons nationale parlement bereikte.
Zo ver is het inmiddels al gekomen. Wat er kan komen van dit soort retoriek op sociale media en in het publieke domein weten we inmiddels ook. Een minister, die thuis wordt opgezocht door een verwarde geest met een brandende fakkel. Een minister die thuis wordt belaagd door boze boeren met intimiderende grote trekkers en verbale bedreigingen. Een minister die er, nota bene in het parlement, door een democratisch gekozen volksvertegenwoordiger impliciet van wordt beschuldigd deel uit te maken van een wereldwijd complot, dat uit is op vernietiging van het volk dat hij zegt te vertegenwoordigen.
Nu we dit allemaal weten, in elk geval zouden kunnen weten, is de vraag of we er nog iets aan kunnen doen. En, zo ja, wat dan. We zien de worsteling in de Tweede Kamer. We zien ook de worsteling bij de publieke omroep met het Trojaanse paard Ongehoord Nederland. Hoe ver kun je de democratische spelregels oprekken om de anti-democratische krachten, die het systeem van binnenuit aantasten, te bestrijden?
Wat dichter bij huis, hoe lang nog moet het provinciaal bestuur tolereren dat boze boeren uit noord-oost Twente het democratisch proces verstoren met intimidatie, bedreigingen en verbaal geweld jegens ambtenaren en volksvertegenwoordigers? Misdragingen, die vervolgens op de voorpagina van de regionale courant worden vergoelijkt. Want, ja, op een gegeven moment knap je af als boer. En loopt de emmer over. Zelfs als van de kant van de bedreigde en geïntimideerde provinciale overheid nog bereidwillig de deur voor overleg op een kier wordt gezet, wordt deze door de boze boeren met een klap dicht gesmeten. ‘Het is niet grappig meer’, aldus een woordvoerder.
Nee, dat klopt.
Vraag is, wie daar dan verantwoordelijk voor is. Wie gooit er nu eigenlijk olie op het vuur?
En onder welke vlag?
Die omgekeerde vlag is inmiddels overal. Op het Twentse platteland, natuurlijk. Maar ook kilometers lang langs de A1, als je via Deventer naar het Westen rijdt. Op Prinsjesdag leken de omgekeerde vlagen op strategische plekken dominanter aanwezig dan het oranje van de doorgaans beschaafd zwijgende meerderheid van konings- c.q. Mà¡xima-gezinden. Meest pregnante beeld: de oude prinses Beatrix, die vanachter een raam een glimp probeerde op te vangen van zoon, schoondochter en kleindochter in de Glazen Koets, voor de tv-kijker grotendeels aan het oog onttrokken door het bovenste blauw van de nationale driekleur.
Dat de omgekeerde vlag inmiddels salonfà¤hig is geworden, bleek direct na de Prinsjesdag-uitzending bij de publieke omroep. Omdat ik nog even bleef hangen, viel ik midden in een als een keurige actualiteitenrubriek vermomde uitzending van Ongehoord Nederland. Daar ging Thierry Baudet – de omgekeerde vlag als speldje op z’n revers – weer eens vol op de hondenfluit met allerlei krankzinnige complottheorieën waar voor iedereen buiten de fabeltjesfuik geen touw aan vast te knopen viel. Maar die er wel in gingen als het spreekwoordelijke woord van God in een ouderling bij de twee hoogblonde paspoppen achter de desk, die bijkans in katzwijm vielen bij alles wat de Grote Leider schuimbekkend te berde bracht. De enige van wie Baudet nog enig weerwerk kreeg, was een van de kudde afgedwaalde lokale SGP’er in een gemeente ergens op de Veluwe…
En toen moest het moment nog komen dat deze twijfel en verdeeldheid zaaiende, ontwrichtende retoriek– in eerste instantie onweersproken - ons nationale parlement bereikte.
Zo ver is het inmiddels al gekomen. Wat er kan komen van dit soort retoriek op sociale media en in het publieke domein weten we inmiddels ook. Een minister, die thuis wordt opgezocht door een verwarde geest met een brandende fakkel. Een minister die thuis wordt belaagd door boze boeren met intimiderende grote trekkers en verbale bedreigingen. Een minister die er, nota bene in het parlement, door een democratisch gekozen volksvertegenwoordiger impliciet van wordt beschuldigd deel uit te maken van een wereldwijd complot, dat uit is op vernietiging van het volk dat hij zegt te vertegenwoordigen.
Nu we dit allemaal weten, in elk geval zouden kunnen weten, is de vraag of we er nog iets aan kunnen doen. En, zo ja, wat dan. We zien de worsteling in de Tweede Kamer. We zien ook de worsteling bij de publieke omroep met het Trojaanse paard Ongehoord Nederland. Hoe ver kun je de democratische spelregels oprekken om de anti-democratische krachten, die het systeem van binnenuit aantasten, te bestrijden?
Wat dichter bij huis, hoe lang nog moet het provinciaal bestuur tolereren dat boze boeren uit noord-oost Twente het democratisch proces verstoren met intimidatie, bedreigingen en verbaal geweld jegens ambtenaren en volksvertegenwoordigers? Misdragingen, die vervolgens op de voorpagina van de regionale courant worden vergoelijkt. Want, ja, op een gegeven moment knap je af als boer. En loopt de emmer over. Zelfs als van de kant van de bedreigde en geïntimideerde provinciale overheid nog bereidwillig de deur voor overleg op een kier wordt gezet, wordt deze door de boze boeren met een klap dicht gesmeten. ‘Het is niet grappig meer’, aldus een woordvoerder.
Nee, dat klopt.
Vraag is, wie daar dan verantwoordelijk voor is. Wie gooit er nu eigenlijk olie op het vuur?
En onder welke vlag?