Ben Siemerink, hoofdredacteur TKKR

Voor Lebensraum moeten boze boeren andere kant op

27 juli 2024, 01:26
Dat was even schrikken deze week. Opeens woonden we weer in Duitsland. Ik schrijf weer omdat we er tot ruim twee jaar geleden inderdaad woonden. Zo’n 40 kilometer over de grens, op het Emslandse platteland. Een groot deel van het jaar te midden van immense, meer dan manshoge maisvelden. Een kleine tien jaar, tot volle tevredenheid.

Maar, zoals ze het daar zo mooi zeggen: Alles hat ein Ende. Behalve, natuurlijk, de even onvervalste als (voor carnivoren) onvolprezen Deutsche Bratwurst. Die heeft er, zoals bekend, twee.
Hoe het ook zij, wij remigreerden, aan het begin van de eerste corona-golf. En waanden ons, na keurig alle bureaucratische procedures te hebben doorlopen, weer inwoners van Nederland. Opnieuw tot volle tevredenheid.

Tot deze week. Toen boze boeren doodleuk de grens zo’n 40 kilometer bleken te hebben verlegd. Tot Enter, meen ik. De boze boeren – die nogal eens de oorlog er bij slepen; op z’n zachtst gezegd meestal niet op de meest fijnzinnige wijze – wilden bij Duitsland horen. Omdat daar de stikstofregels niet zo streng zouden zijn.

Ja, dank je de grutto (of een andere bedreigde weidevogel naar keuze)!

Boeren, net aan de andere kant van de grens, hebben daar veel meer ruimte om te boeren. Dat kan een blind trekpaard zien. En dat heb ik zelf, fietsend en wandelend in het gebied, proefondervindelijk ook kunnen vast stellen. Daarom vond ik ’t ook een beetje een rare actie van die boze boeren. Ze hadden de andere kant op gemoeten met hun trekkers en bordkartonnen Zollbeamter en grensmarkeringen: ’n stukse de Pruus in. Zo’n 40 kilometer. Zo ongeveer tot de plek waar wij een aantal jaren woonden. En waar een ondernemende kweker uit De Lutte al zo’n 25 jaar geleden de ruimte en potentie zag van landbouwgronden langs de A1 en daar niet alleen een gigantisch eigen imperium uit de grond stampte, maar ook een industrieterrein, compleet met een halteplaats voor vrachtwagenchauffeurs en een McDonalds.

Kortom, als boze boeren echt Lebensraum – om in de terminologie van hun meest militante leidsmannen te blijven – willen, dan moeten ze hun blik en trekkers naar het oosten wenden. En moet de spreekbuis van de radicale boerenstrijdkrachten in ons parlement, de hitser Gideon van Meijeren van Forum voor Democratie, zijn taalgebruik wat aanpassen. You ain’t seen nothing yet, riep hij deze week nog tijdens het debat over de totaal ontspoorde boerenprotesten. Voor die dreigende kreet is vast wel een Duitse equivalent te vinden…

Trouwens, wanneer de boze boeren de grens daadwerkelijk zo’n 40 kilometer oostwaarts zouden verleggen, dan lossen ze niet alleen het stikstofprobleem op, maar dragen ook nog flink bij aan de energietransitie. Immers, in dat gebied ligt een zo goed als nieuwe kerncentrale. Toen wij er zo’n 10 kilometer vanaf woonden, heb ik me door mensen die er voor hebben doorgeleerd wel eens laten vertellen dat deze centrale in Lingen tot de meest geavanceerde en veiligste in de wereld behoort. Niettemin, de boel gaat dicht, als laatste in Duitsland.

Energiewende.

Intussen wordt er, een slordige 40 kilometer verderop, serieus nagedacht over het bouwen van twee nieuwe kerncentrales.
Let op – om met LTO-voorman Sjaak van der Tak te spreken – ik spreek me hier niet uit voor of tegen kernenergie. Ik wijs alleen maar op de bijdrage die geavanceerde technologie zou kunnen leveren aan de energievoorziening. Wat ik er nog wel bij zou willen zeggen: Schiet een beetje op, want voor je het weet koopt Hennie van der Most de boel in Lingen voor een prikkie op en maakt er een pretpark van.