Hans Heerze, Advocaat
Waarom onze Björn EK-finale fluit
Björn Kuipers -onze Björn- houdt boeiende lezingen over zijn scheidsrechtersvak. Hij laat in zijn presentatie voetballers door de lucht vliegen. Hans Klok kijkt zijn ogen uit en maakt driftig aantekeningen, want zoiets heeft hij nog nooit gezien, laat staan voor elkaar gekregen. De rest van de zaal moet de verschillende situaties beoordelen en moet per geval beslissen of er sprake is van een overtreding die een gele, dan wel een rode kaart waard is. De zaal schrikt van een skydive van een midvoor, schreeuwt van verontwaardiging, brult om een penalty en trekt een donkerrode kaart, waarna Björn met vertraagde beelden laat zien, dat ook een modale spits zo maar het luchtruim kan kiezen. Daar hoeft de voorhoedespeler geen miljardair voor te zijn. De beste stuurlui begrijpen meteen waarom de EK-finale niet door hen, maar door Björn mocht worden gefloten.
De sliding zorgt nogal eens voor getuimel. Heeft de slidingmaker de bal gespeeld en onderweg de tegenstander meegenomen? Of heeft de slidingmaker de tegenstander gespeeld en de bal meegenomen? Is dat laatste het geval, dan is er sprake van diefstal. Dat is een strafbaar feit. De wedstrijd ligt stil, want de dief zit in de bak en de bal is weg. Het komt voor, dat de tegenstander het veld moet afstrompelen of erger nog per brancard moet worden afgevoerd. Was de sliding op tijd, dan had de tegenstander maar eerder moeten opstaan. Dan had hij/zij de dans kunnen ontspringen. Was de sliding niet op tijd, dan is de situatie niet zo duidelijk. Voetbal is namelijk niet alleen een contactsport, maar ook oorlog. Daar wordt meestal niet op een ledenmaatje gekeken. Bij een onvoorzichtige sliding blijft een gele of rode kaart achterwege en wordt volstaan met een directe vrije schop.
Toch een mooie kans op wraak volgens het adagium oog om oog, trap om trap. Is de sliding onbesuisd, dan is een gele kaart op zijn plaats, terwijl er dan ook vrij geschopt mag worden. De tegenstander met een gebroken been kan daar niet zoveel mee, hoe zoet de wraak ook zou zijn. Die tegenstander zou zijn/haar schade het liefst vergoed krijgen. Gevaarlijke en disciplinair strafbare overtredingen zijn echter niet automatisch onrechtmatig, waardoor de slachtoffers schadevergoeding op hun buik kunnen schrijven, als daar in het tattoolandschap nog plek voor zou zijn.
Voetballers moeten tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen van elkaar in de wedstrijd verwachten en accepteren. That’s all-in the game. Buiten het kader van the game met een goede kans op schadevergoeding zou echter het opzettelijk in elkaar schoppen vallen. Daarvoor zou de scheids de gedachten van de slidingmaker moeten kunnen lezen. Gedachtenlezen is een oud beroep, dat inmiddels ver van ons bed is geraakt. Dat geldt overigens niet voor alle oude beroepen. Hoezeer de techniek ook is voortgeschreden, we hebben het niet voor elkaar gekregen in de gedachten van anderen door te dringen. Dat is spannend bij de eerste date en gelukkig na 20 jaar samenleven. Het denken is niet alleen bepalend voor ons handelen en voor de kwalificatie van ons handelen, maar volgens René Descartes is het denken zelfs bepalend voor het zijn: ‘ik denk, dus ik ben (besta)’. Niet te verwarren met het Duitse: Der Mensch ist wass er isst. In de vega-vertaling: je bent een koe, als je een koe eet. Zouden de slachtoffers erachter komen, dat de slidingmakers hen opzettelijk wilden ontbenen, dan zouden ze die glijders rauw lusten. Dat kannibalisme zou een afdoende remedie zijn tegen spelverruwing en zou Björn ertoe brengen om de beelden van zijn lezingen voortaan op de slagerij-afdeling van zijn supermarkt op te nemen.
Hans Heerze
De sliding zorgt nogal eens voor getuimel. Heeft de slidingmaker de bal gespeeld en onderweg de tegenstander meegenomen? Of heeft de slidingmaker de tegenstander gespeeld en de bal meegenomen? Is dat laatste het geval, dan is er sprake van diefstal. Dat is een strafbaar feit. De wedstrijd ligt stil, want de dief zit in de bak en de bal is weg. Het komt voor, dat de tegenstander het veld moet afstrompelen of erger nog per brancard moet worden afgevoerd. Was de sliding op tijd, dan had de tegenstander maar eerder moeten opstaan. Dan had hij/zij de dans kunnen ontspringen. Was de sliding niet op tijd, dan is de situatie niet zo duidelijk. Voetbal is namelijk niet alleen een contactsport, maar ook oorlog. Daar wordt meestal niet op een ledenmaatje gekeken. Bij een onvoorzichtige sliding blijft een gele of rode kaart achterwege en wordt volstaan met een directe vrije schop.
Toch een mooie kans op wraak volgens het adagium oog om oog, trap om trap. Is de sliding onbesuisd, dan is een gele kaart op zijn plaats, terwijl er dan ook vrij geschopt mag worden. De tegenstander met een gebroken been kan daar niet zoveel mee, hoe zoet de wraak ook zou zijn. Die tegenstander zou zijn/haar schade het liefst vergoed krijgen. Gevaarlijke en disciplinair strafbare overtredingen zijn echter niet automatisch onrechtmatig, waardoor de slachtoffers schadevergoeding op hun buik kunnen schrijven, als daar in het tattoolandschap nog plek voor zou zijn.
Voetballers moeten tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen van elkaar in de wedstrijd verwachten en accepteren. That’s all-in the game. Buiten het kader van the game met een goede kans op schadevergoeding zou echter het opzettelijk in elkaar schoppen vallen. Daarvoor zou de scheids de gedachten van de slidingmaker moeten kunnen lezen. Gedachtenlezen is een oud beroep, dat inmiddels ver van ons bed is geraakt. Dat geldt overigens niet voor alle oude beroepen. Hoezeer de techniek ook is voortgeschreden, we hebben het niet voor elkaar gekregen in de gedachten van anderen door te dringen. Dat is spannend bij de eerste date en gelukkig na 20 jaar samenleven. Het denken is niet alleen bepalend voor ons handelen en voor de kwalificatie van ons handelen, maar volgens René Descartes is het denken zelfs bepalend voor het zijn: ‘ik denk, dus ik ben (besta)’. Niet te verwarren met het Duitse: Der Mensch ist wass er isst. In de vega-vertaling: je bent een koe, als je een koe eet. Zouden de slachtoffers erachter komen, dat de slidingmakers hen opzettelijk wilden ontbenen, dan zouden ze die glijders rauw lusten. Dat kannibalisme zou een afdoende remedie zijn tegen spelverruwing en zou Björn ertoe brengen om de beelden van zijn lezingen voortaan op de slagerij-afdeling van zijn supermarkt op te nemen.
Hans Heerze